Door het WK-punt van Manor in Oostenrijk staat Sauber nu stijf onderaan. Daar kwam in Engeland geen verandering in.

Dat er überhaupt twee Saubers van start gingen was al een meevaller voor het team, dat op zaterdag Marcus Ericsson in de muur zag kletteren. Zijn auto kon worden gerepareerd, maar in de haast zijn de Sauber-monteurs wellicht wat onzorgvuldig geweest want Ericsson lag er op zondag al na twaalf rondjes uit.

“Er was iets mis met de elektronica, mijn motor gaf geen sjoege meer en dat was het einde van mijn race”, zegt Ericsson. “Maar een pluim voor het team dat ze de auto nog hebben kunnen repareren na mijn crash van zaterdag.”

Dus restte de taak om Sauber het eerste WK-punt van het jaar te bezorgen op de schouders van Felipe Nasr. Geen totaal ondenkbeeldig scenario, aangezien er in de beginfase van de race aardig wat uitvallers waren en we Nasr op de opdrogende baan in gevecht zagen met de Williams van Valtteri Bottas – een opponent die normaliter ver buiten bereik van de Sauber-coureurs blijft. Maar verder kwam Nasr niet: de Braziliaan passeerde de eindstreep als vijftiende.

“Het ging in feite heel goed”, zegt Nasr, “want we hadden de pitstops uitstekend getimed. Zolang het nog nat was kon ik goed meekomen, maar toen het eenmaal droog werd kwam de auto snelheid tekort. Dat is waar het momenteel aan schort. Vijftiende was dus het maximaal haalbare voor vandaag.”