In de rubriek ‘het startnummer’ pakt FORMULE 1 voor elke dag van de maand april het bijbehorende startnummer erbij. Aan de hand daarvan staan we stil bij de historie van het nummer, een grote naam die ermee reed, of juist een grote onbekende. Op dag 3: Ukyo Katayama, de Japanner die letterlijk en figuurlijk bergen beklom.

Meer dan twintig jaar waren de bolides van het ooit roemruchte Tyrrell voorzien van de nummers 3 en 4. Het nummer 3 behoorde toe aan grote namen. Jackie Stewart, Jody Scheckter, Ronnie Peterson. Maar dit verhaal gaat niet over hen. Het gaat over Ukyo Katayama. Een kleinere naam, die er van 1993 tot en met 1995 mee reed – het laatste jaar voor de Formule 1 de op basis van traditie uitgedeelde startnummers definitief schrapte en deze per 1996 op basis van de voorgaande WK-uitslag bepaalde. Tyrrell was toen al lang geen topteam meer, de 3 voorop een herinnering aan betere tijden.

Katayama droeg de bijnaam ‘Tiny Warrior’ vanwege zijn strijdlust en geringe lengte.

Katayama heeft zijn hele leven bergen beklommen. Letterlijk en figuurlijk. Het is zijn hobby, zijn grootste passie, misschien wel. Hij klom al tijdens zijn racecarrière, als training. Daarna stortte hij zich er nog fanatieker op. Hij haalde de top van onder meer de Mont Blanc en Kilimanjaro. Een beklimming van Mount Fuji, in zijn thuisland Japan, liep minder goed af. Katayama kon gered worden en overleefde, voor twee mede-klimmers gold dat niet. Toch is Katayama blijven klimmen, net zoals hij in de Formule 1 nooit opgaf. Het leverde hem in de sport, in combinatie met zijn geringe lengte (1 meter 65), de bijnaam Tiny Warrior op.

Katayama bereikte de top van de autosport, in 1992, als kersvers Japans Formule 3000-kampioen. Hij was al wel 28. Een laatbloeier. De interesse voor autosport kwam pas in zijn latere tienerjaren. Hij zat er met zijn zus en haar vriend – of zijn eigen vriendin en haar broer, dat staat me even niet meer bij – op tv naar te kijken. De vriend van z’n zus – of broer van z’n vriendin – wist er het één en ander over te vertellen (bijna allemaal incorrect, leerde Katayama later) en het leek de jonge Ukyo wel wat. Na jaren in vooral Japanse opstapklassen, stapte hij in 1992 bij Larrousse. Er kwam de nodige hulp van sponsoren bij kijken, zo ook bij de overstap naar Tyrrell een jaar later, die niet toevallig gepaard ging met Japanse Yamaha-motoren.
(Tekst loopt door onder de foto.)

1994 was Katayama’s beste jaar in de Formule 1. Hij scoorde vijf punten.

Een natuurtalent was Katayama niet, hulpeloos evenmin. Dat bewees hij in 1994. Hij crashte en spinde geregeld, net als in z’n eerste twee jaar, maar maakte ook indruk. Er was zelfs interesse van een topteam (Benetton, volgens de overlevering) maar Katayama bedankte. De reden? Er was kanker bij hem ontdekt. Ja zeggen, zou niet juist geweest zijn. Katayama overwon de ziekte en reed in 1995 gewoon weer voor Tyrrell. Weer met nummer 3. Voor het laatst. In 1996 stond er 18 op zijn Tyrrell – Yamaha, in 1997 reed hij voor Minardi. Daarna staakte de Tiny Warrior, na 94 Grands Prix en vijf punten, zijn strijd. Katayama bleef nog wel enkele jaren racen. Op Le Mans, in de Japanse SuperGT waarin hij tegenwoordig een team runt, en hij deed mee aan Dakar. En hij bleef klimmen. Op zoek naar volgende bergen om te bedwingen.

Lees hier alle delen van het Startnummer terug!

Na 1994 viel Katayama minder op, al had hij de spotlights op zich gericht met een enorme crash op Estoril in ’95.