Iedereen stapte gisteren ongeschonden uit na het startongeluk in de Belgische Grand Prix. Vooral Fernando Alonso kwam met de schrik vrij. De Lotus van Romain Grosjean vloog rakelings langs zijn helm.

De discussie over gesloten cockpits is daarmee weer aangewakkerd. Een soortgelijk ongeluk met David Coulthard en Alexander Wurz tijdens de Grand Prix van Australië van 2007, zorgde voor de huidige, verhoogde zijkanten van de cockpits. Nu gaat de discussie naar een hoger level.

De open cockpit is namelijk de enig overgebleven achilleshiel voor coureurs. Een greep uit fatale ongelukken van de afgelopen jaren onderbouwt dat. Zo reed Henry Surtees in de Formule 2 op hoge snelheid tegen een losgevlogen band aan, en verongelukte Dan Wheldon omdat hij met zijn helm paaltjes van de omheining in Las Vegas raakte. Ook het ongeluk van Felipe Massa in 2009 tijdens de kwalificatie op de Hungaroring is natuurlijk een duidelijk voorbeeld van de zwakke plek voor coureurs. De Braziliaan is, nadat hij een veer van Rubens Barrichello’s Brawn raakte, nooit meer de oude geworden. Meer recent is het testongeluk van Maria de Villota, die een oog verloor toen ze tegen een laadklep van een vrachtwagen reed.

Paddy Lowe, technisch directeur van McLaren, werkt mee aan het verbeteren van de F1-cockpits voor 2014. “Dat was het plan toen we vorig jaar aan het project begonnen”, zegt hij volgens Autosport. “Persoonlijk denk ik dat het onvermijdelijk is omdat het de enig overgebleven zwakke plek is.”

“Keer op keer denk je ‘die heeft mazzel gehad’. Op een dag heeft iemand dat niet meer. Aan de ene kant is dit een open-cockpitklasse. Iets wat we dus moeten beschermen, maar technisch gezien moet er wel wat mogelijk zijn.”

Dat blijkt wel uit deze beelden van de FIA. Volgens Lowe zal deze variant echter geen doorgang vinden. Uit tests blijkt dat een kooiconstructie rond het hoofd van de coureur beter is. “We hebben een testontwerp gemaakt en die van verschillende impacts voorzien, zoals het afvuren van wielen. Dat was succesvol”, aldus Lowe.

“We weten nu dus ongeveer welke hoeken we moeten afdekken en hoe sterk de constructie moet worden. Nu werken we aan de zichtbaarheid voor coureurs. We hebben al wat werk gedaan in de simulator. Een coureur wil natuurlijk niets in de weg hebben zitten. Maar je raakt er, net als bij een straatwagen, gewoon gewend aan, toch? Zolang de onderdelen maar niet te dik zijn, is het iets waar je aan kunt wennen.”