De nachtelijke Grand Prix van Singapore die aankomend weekend wordt verreden, is in de zes jaar dat hij wordt verreden uitgegroeid tot één van de meest speciale en geliefde races op de kalender. Bij Toro Rosso kijken ze dan ook reikhalzend naar het evenement.

Na een puntloze race in Italië hoopt de renstal uit het Italiaanse Faenza er in het Aziatische ministaatje weer te staan. Aangezien het op het stratencircuit in Singapore, in tegenstelling tot Monza, minder draait om puur vermogen, lijken de kaarten voor het door Renault aangedreven Toro Rosso ook inderdaad wat gunstiger geschud te zijn. “We hebben weer wat updates, dus ik hoop dat we een stap kunnen zetten naar een goed resultaat”, zegt Jean-Éric Vergne.

Vergne en zijn teamgenoot Daniil Kvyat staan alvast te popelen met hun bolides de Singaporese nacht in te scheuren. “Racen in de nacht is leuk, je kunt lekker om vijf uur ’s morgens gaan slapen en er om twee uur weer uit komen en gewoon in je Europese ritme blijven”, weet Vergne. “Het maakt ook niks uit voor het zicht, ik rijd niet eens met een speciaal vizier”, voegt de Fransman daar aan toe. Kvyat valt hem bij: “Na Bahrein zei ik al dat we meer nachtraces moeten hebben, de sfeer is heel gaaf.”

De twee coureurs verwachten een zware race. Vergne: “Singapore is misschien wel het moeilijkste circuit voor de coureurs. Het is een lange, hete, race op een lastig en hobbelig circuit. Maar ik hou juist ook van die uitdaging.” Kvyat heeft in Singapore al eens gewonnen in Formule BMW, maar verwacht dat het in zijn Toro Rosso andere koek zal zijn. “Het zal vast behoorlijk uitputtend worden, maar ik ben goed voorbereid.”