De Belgische McLaren-protegé Stoffel Vandoorne is de nieuwe reserverijder van het team uit Woking. Vandoorne zal deze functie combineren met racen voor ART GP in de GP2.

Vandoorne, die vorig jaar vice-kampioen werd in de Formule Renault 3.5, achter McLarens nieuwe racecoureur Kevin Magnussen, is zeer gelukkig met zijn nieuwe rollen: “Ik vind het geweldig – en een hele eer – dat McLaren me tot hun nieuwe reserve heeft benoemd, terwijl ik me er ook heel erg op verheug om voor ART GP in de GP2 te gaan racen.”

“Ik heb het gevoel dat ik op deze manier belangrijke stappen zet richting mijn uiteindelijke doel, de Formule 1”, vervolgt Vandoorne. Aan voorspellingen voor in de GP2 waagt de coureur uit Kortrijk zich niet, behalve dat hij ‘er naar streeft samen met ART te winnen, zodat dat succes me nog verder op weg helpt richting de koningsklasse’.

De 21-jarige Vandoorne zegt verder zijn werk als reserve bij McLaren zeer serieus te nemen: “Want ik vind het erg interessant om me tijdens een raceweekend in de technische kant van het verhaal te verdiepen en ik zal er verder alles aan doen wat ik kan om de vaste coureurs te helpen”, zegt de Belg, die zijn steentje al heeft bijgedragen door McLarens nieuwe MP4-29 in de simulator te testen.

Dat Vandoornde van meerwaarde kan zijn voor McLaren, wordt onderschreven door sporting director Sam Michael. “Stoffel is een buitengewoon talent. Hij is snel, strijdlustig, stabiel, intelligent en ambitieus, en heeft in zijn tijd in het McLaren Young Driver Programme een uitstekende indruk gemaakt.”

“Zijn technische feedback is bovendien uitzonderlijk. Hij doet het fantastisch in de simulator en is een harde werker, terwijl hij door zijn open karakter inmiddels niet alleen populair, maar ook van toegevoegde waarde is hier bij McLaren.”

Of McLaren ook nog verder gaat met Gary Paffett en Oliver Turvey, de twee test- en reserverijders die al jaren bij het team in de boeken staan, is nog niet bekend.

Foto: Vandoorne in een McLaren MP4-23 uit 2008, tijdens het Goodwood Festival of Speed van 2013.