Clermont-Ferrand (ook bekend als het Circuit de Charade)
Waar: Net buiten de stad Clermont-Ferrand, in het vulkaanrijke en heuvelachtige Centraal Massief in Frankrijk. Vlakbij de beroemde Puy de Dôme, een uitgedoofde vulkaan met een rijk wielerverleden.
Wanneer: De Formule 1 bezocht Clermont-Ferrand vier keer: in 1965, 1969, 1970 en in 1972.
Bijzonder: Het acht kilometer lange parcours was bijna drie keer zo kort als de oude Nürburgring, maar minstens zo spectaculair en snel. Eind jaren vijftig was het circuit samengesteld uit bestaande openbare wegen die door de vulkanische heuvels bij Clermont-Ferrand slingerden. Het bleken prachtige racewegen, die de coureurs geen moment rust gunden. De ene bocht volgde op de andere, rechte stukken waren er bijna niet. In 1969 kozen sommige coureurs zelfs voor een open helm, in plaats van een dichte: ze waren bang dat ze door wagenziekte over hun nek zouden gaan.
Memorabel: De bodem in de regio rond de stad Clermont-Ferrand bestaat uit zwart vulkanisch gesteente. Stukken van het vlijmscherpe materiaal braken continu af van de bergwanden naast het circuit en belandde zo op het asfalt. Tijdens de Grand Prix in 1972 reden liefst tien coureurs een band lek op een stuk steen. Onder hen eeuwige pechvogel Chris Amon, die voor de zoveelste keer een zekere overwinning misliep. Maar het kon nog erger. Tijdens dezelfde race doorboorde een steen, opgeworpen door de auto van Emerson Fittipaldi, het vizier van de Oostenrijker Helmut Marko – juist, de huidige talentenscout van Red Bull Racing. Marko verloor een oog.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
1969 – Jackie Stewart (Matra)
1970 – Jochen Rindt (Lotus)
1972 – Jackie Stewart (Tyrrell)