De kwalificatie voor de Amerikaanse GP duurde voor Max Verstappen door een kapotte achterwielophanging slechts één sessie, waardoor hij in de race (na gridstraffen van Hartley en Gasly) als dertiende van start gaat. “Heb ik in ieder geval wat te doen”, zo blikte hij alvast vooruit.

Een kerbstone bezegelde in bocht 15 het lot van Verstappen. “Gewoon pech”, concludeerde hij monter in Red Bulls motorhome. “Bijna iedereen rijdt er overheen. Vorig jaar ook. Heel apart. Voor de kwalificatie zag het er allemaal nog oké uit. Het is geen natuurlijk kerb, maar vorig jaar ging het goed en tot dat moment ook. Het moet normaal gesproken allemaal sterk genoeg zijn.”

Zonder schade was een vijfde startplaats volgens hem het maximale geweest. Nu moet hij vanuit het achterveld zijn weg naar voren banen. “Hopelijk kunnen we net zoiets doen als vorig jaar.” Toen eindigde hij met een spectaculaire, veelbesproken en volgens de wedstrijdjury ook illegale inhaalmanoeuvre op Kimi Räikkönen (het kostte hem een podiumplaats) als vierde. “Zesde is sowieso geen probleem”, stelde hij. “Maar je wilt natuurlijk wat meer dan dat. Ik heb in ieder geval meer te doen”, aldus Verstappen, die verwacht dat de Red Bulls in de race ‘dichter op Mercedes en Ferrari zullen zitten’. “En dan is het kijken wie het beste op de banden kan letten om een eenstopper te doen.”

Volgens hem is de kunst van een inhaalrace om ‘zo snel mogelijk en zonder schade’ door het veld te snijden. Bij de Russische GP bewees Verstappen die te beheersen: in acht ronden rolde hij dertien collega’s op. En de auto is er in zijn optiek ook in Austin goed genoeg voor. “Die voelde heel sterk in de snelle bochten en in de langzame bochten zijn we sowieso goed. Je kunt hier inhalen, dan wil je er ook zo snel mogelijk doorheen, hè. Anders verlies je de aansluiting met de top. Tuurlijk maakt dat het spannender. Je moet beter opletten dat je niets kapot maakt of raakt.”

Zijn hartslag zal bij de start en in de openingsronde, zo schat hij, zo’n 160, 170 slagen per minuut zijn. Daarna zal die teruggaan naar zo’n 130. “We hebben het in de training wel eens gemeten. Toen kwam die niet hoger dan 130.”