Max Verstappen begint de Grand Prix van Brazilië vanaf de vierde plek. In de kwalificatie op Interlagos waren de Mercedessen en Ferrari’s te snel voor hem.

Waarschijnlijk had Verstappen de vijfde tijd gereden, als Mercedes-rijder Lewis Hamilton niet in Q1 van de baan was gecrasht. Het verschil met de leidende auto’s was evenwel groot. Verstappen (beste tijd: 1:08,925) moest zes tienden van een seconde toegeven op polesitter Valtteri Bottas.

De Nederlander was zijn teamgenoot Daniel Ricciardo met vier tienden te snel af. De Australiër reed de vijfde tijd, maar start niet achter Verstappen. Ricciardo heeft tien plaatsten gridstraf vanwege een MGU-H-wissel.

In de eerste kwalificatiesessie reed Verstappen naar de vijfde plek. Met zijn 1:09,820 was hij ruim vier tienden van een seconde langzamer dan Kimi Räikkönen, die in Q1 de snelste tijd liet noteren. Verstappen was wel sneller dan Ricciardo, zij het nipt: acht duizendsten.

‘Motorprobleem’
Verstappen deed tijdens Q1 een alarmerende mededeling over de boordradio. “Er is iets met de motor”, zei hij. Desondanks hield Verstappens krachtbron het uit tot het einde van de kwalificatie.

Met een 1:09,050 dook Verstappen in Q2 aanzienlijk onder zijn tijd uit het eerste kwalificatiedeel. De tijd was goed voor de derde positie, een halve seconde achter nummer één Vettel. Verstappen liet Ricciardo met een even grote marge achter zich. Een vreemd akkefietje bij het inrijden van de pitstraat – Verstappen kwam voor een rood stoplicht te staan, terwijl een official gebaarde dat hij mocht doorrijden – zorgde voor verwarring, maar bleef zonder gevolgen.