De regengoden luisterden in Hockenheim naar de gebeden van de vele Nederlandse fans die een flinke bui wilden zien om hun held Max Verstappen de kans te geven zijn klasse te etaleren. De regen kwam, maar de timing was verkeerd.

Zodoende eindigde Verstappen als vierde. “Vandaag het best mogelijke”, concludeert de Red Bull-coureur. De Mercedessen en Ferrari’s waren immers te snel op Hockenheim, waar het relatief gebrekkige motorvermogen van de Renault-motor achterin Verstappens Red Bull door een flinke bui misschien gecompenseerd had kunnen worden dankzij zijn erkende talenten als regenrijder. “Normaal hoop ik op regen”, beaamt Verstappen. “Maar nu hielp het niet mee.”

Toen het rond ronde 46 hard begon te regenen, dook Verstappen naar binnen voor intermediates. Dat leek op dat moment de juiste beslissing, legt hij uit. “Het waren namelijk lastige omstandigheden en het was echt wel stevig aan het regenen op bepaalde plekken. Het trok naar bocht acht en tien en ik dacht: als het zo doorgaat, komt het ook naar sector drie. Maar ja, dat gebeurde helaas niet, dus toen moest ik weer naar binnen.”

Voor zijn switch naar intermediates lag Verstappen vierde, voor de uiteindelijke winnaar Lewis Hamilton. Erna lag hij erachter, en zijn wissel terug naar slicks zette hem natuurlijk verder op achterstand. Later schoof hij nog wel een plekje op door de uitvalbeurt van Ferrari’s Sebastian Vettel, de koploper. De safetycar die daarop volgde, maakte Hamilton spekkoper: “Hoe hij z’n pitstops had gepland, kwam toevallig goed uit.”

Waar het voor Hamilton allemaal goed uitpakte, was dat voor Verstappen dus niet zo. “Het kwam net niet uit, maar je wil toch wat”, doelt hij op het niet goed uitpakken van zijn vroege overstap op intermediates. Vierde was nu volgens hem het maximale. “Dat denk ik wel, gezien de omstandigheden. Ja, het heeft geregend, maar het zat niet mee met onze pitstops.”