De zevende startplaats voor de Grand Prix van Italië is minder riant dan de tweede van vorige week op Spa, maar volgens Max Verstappen is er geen reden tot klagen. Voor Monza is zijn kwalificatieresultaat immers zo slecht nog niet.

Verstappen verloor het kwalificatieduel met teamgenoot Daniel Ricciardo maar nipt: slechts 0,02 seconde scheidde de twee Red Bull-coureurs. Ricciardo start als zesde, Verstappen een plek achter hem. “We mogen niet klagen”, zei Verstappen na afloop tegen Ziggo Sport. “Het zat allemaal heel dicht bij elkaar. We zitten er op dit circuit voor ons doen best dicht bij.”

Verstappen en Ricciardo konden zich inderdaad prima meten met Williams en Force India. Dat laatste team zag beide auto’s zelfs verslagen worden door Verstappen. “Ze vielen een beetje tegen in de kwalificatie”, zei Verstappen.

Maatje te groot
De Mercedessen en de Ferrari’s waren in de kwalificatie op het snelle Italiaanse circuit daarentegen duidelijk een maatje te groot voor de Red Bulls, met hun betrekkelijk zwakke Tag Heuer-motoren. Verstappen en Ricciardo moesten allebei ruim 1,2 seconde toegeven op de pole-tijd van Lewis Hamilton.

In Q2 moest Verstappen zelfs nog even alle zeilen bij zetten om bij de snelste tien te zitten. Zijn eerste run had de Nederlander op softs gereden, maar die tijd bleek niet rap genoeg. Een tweede run op supersofts was noodzakelijk. “Anders had ik het niet gehaald”, aldus Verstappen. Hij baalt wel enigszins dat hij nu niet, zoals in Spa, op een andere band dan zijn concurrenten kan starten.