Voorbeschouwing Grand Prix van Italië ’16

Qua snelheden is Spa-Francorchamps al geen lullig baantje, maar op het Autodromo di Monza gaat het allemaal nog een tikkeltje harder. De Grand Prix van Italië is één van de laatst overgebleven échte klassiekers.

Er wordt als sinds het begin van de jaren ’20 van de vorige eeuw met Formule 1-auto’s geracet op het hogesnelheidscircuit van Monza. Het circuit stond ook in 1950, toen het wereldkampioenschap voor het eerst een officiële status kreeg, op de kalender. Vele jaren en vele configuraties verder is het circuit nog steeds geliefd bij zowel de rijders als de fans.

En dat terwijl het concept van de baan eigenlijk heel simpel is: veel lange rechte stukken, afgewisseld met even zoveel chicanes. En dan ligt er aan het eind van de ronde nog die fraaie Parabolica in het verschiet, al blijven enkele coureurs benadrukken hoe jammer het is dat daar de grindbakken plaats hebben gemaakt voor grote plakken asfalt. “Je moet er nog steeds heel precies te werk gaan en elke centimeter mee proberen te pakken, maar de echte uitdaging is er wel uit”, aldus Sergio Pérez.

De karakteristieken van de Temple of Speed zorgen ervoor dat topsnelheid en snel kunnen uitaccelereren van cruciaal belang zijn. Daarmee hebben de Mercedes-aangedreven teams nog altijd een klein streepje voor ten opzichte van de Ferrari, Renault en Honda-jongens.

Het Autodromo di Monza is 5.793 meter lang, waarmee het één van de langere banen is van de Formule 1-kalender. Op zondagmiddag dienen er daarom ‘slechts’ 53 ronden gereden te worden, waarbij twee keer gebruik kan worden gemaakt van het DRS-systeem. Dat kan op startfinish en tussen Lesmo 2 en de Variante Ascari.

Vorig jaar
Lewis Hamilton rijdt met zijn Mercedes eenvoudig naar de overwinning in een verder weinig enerverende Grand Prix. Voor Nederland valt er bovendien weinig te juichen, want dankzij meerdere straffen en de vermogensarme Renault-krachtbron rijdt Max Verstappen een onzichtbare race. Het raceverslag van vorig jaar lees je hier.

Eerdere winnaars
2015: Lewis Hamilton
2014: Lewis Hamilton
2013: Sebastian Vettel
2012: Lewis Hamilton
2011: Sebastian Vettel
2010: Fernando Alonso
2009: Rubens Barrichello
2008: Sebastian Vettel
2007: Fernando Alonso
2006: Michael Schumacher

In de spotlights
Er wordt na de Grand Prix van België alleen maar gesproken over Max Verstappen en diens verdedigende capriolen op de baan. Je kunt oneindig blijven discussiëren over of het wel of niet acceptabel is wat hij doet, maar feit is dat zolang hij niet door de wedstrijdleiding op de vingers wordt getikt, hij daar gewoon mee door blijft gaan. Want effectief is zijn stijl zeker. Op Monza zal echter nog maar moeten blijken hoe de Renault-motor zich werkelijk verhoudt ten opzichte van de concurrentie. Mercedes zal naar alle waarschijnlijk een maatje te groot blijken.

Het kleine broertje van Verstappens team, Toro Rosso, keert terug naar het circuit waar het in 2008 met Sebastian Vettel de enige overwinning scoorde in de geschiedenis van het team. Dit jaar zal het echter een stuk lastiger worden om goed te presteren, aangezien de overjarige Ferrari-motor inmiddels de zwakste is op de grid. Het wordt dus even doorbijten voor Carlos Sainz en Daniil Kvyat. De Grand Prix van Singapore is de volgende op de kalender, daar liggen ongetwijfeld meer kansen voor het team uit Faenza.

Kevin Magnussen staat er ook gewoon bij op de Italiaanse startgrid. De Deen in dienst van Renault crashte afgelopen zondag ongenadig hard, maar ondanks een flink gekneusde enkel is hij fit genoeg om te racen.

Meanwhile, a word from Kev (well, a hand gesture really but you know what we mean): all clear to race ?#ItalianGP pic.twitter.com/BBQJ06QW19

— Renault Sport F1 (@RenaultSportF1) September 1, 2016

Pirelli
Pirelli neemt naar Italië dezelfde bandensoorten mee als afgelopen weekend naar België: de superzachte, zachte en medium banden.