Volgens Red Bulls Mark Webber is de heersende opvatting onder de Formule 1-coureurs dat het gebruik van de verstelbare achtervleugel in de vrije trainingen en kwalificatie strenger gereguleerd moet worden.

Het gebruik van de verstelbare achtervleugel, oftewel het drag reduction system (DRS), staat momenteel nog vrij in de vrije trainingen en kwalificatie, terwijl het in de race aan één of meer zones op rechte stukken gebonden is en dan enkel gebruikt kan worden als een coureur binnen één seconde van degene voor hem rijdt.

Volgens Webber willen de coureurs er nu naar toe dat het gebruik van DRS op de vrijdag en zaterdag niet langer naar eigen goeddunken van de coureur gebruikt moet kunnen worden, aangezien dit gevaarlijk is.

“De coureurs zijn het er unaniem over eens dat het DRS-gebruik ook buiten de race aan bepaalde beperkingen gebonden moet worden”, schrijft Webber in zijn column voor de BBC over de uitkomst van een gesprek dat hier in de Grand Prix Drivers’ Association is gehouden, de ‘vakbond’ voor Formule 1-coureurs.

Webber en zijn collega’s denken dat het volledig vrijgeven van DRS-gebruik in de trainingen en kwalificatie gevaarlijke gevolgen heeft, aangezien coureurs – in hun zoektocht naar fracties van seconden – te enthousiast zijn in het gebruik ervan.

“Er zijn een paar incidenten geweest waarin mensen van de baan af gevlogen zijn doordat ze hun achtervleugel te vroeg open stelden”, haalt Webber aan.

“Mijn ongelukje in Hongarije was er een voorbeeld van, net als de crash van Bruno Senna in Japan. Ook mijn teamgenoot Sebastian Vettel is er daarnaast wel eens mee de fout in gegaan.”

Webber stelt dat de coureurs daarom voor de volgende oplossing pleiten: “Het zou beter zijn om DRS – op vrijdag en zaterdag – alleen nog maar in de daarvoor aangewezen zone en op een aantal van tevoren gekozen rechte stukken te laten gebruiken, terwijl we daarvoor ook maar een activatiepunt moeten aanwijzen dat niet te dicht bij de uitgang van een bocht ligt.”

Een ander twistpunt omtrent de verstelbare achtervleugel is dat deze moet bijdragen aan het spektakel op de baan door inhalen eenvoudiger te maken, maar ook weer niet te makkelijk.

Volgens Webber is dit echter vooral een kwestie van aftasten: “Het is dit jaar op elk circuit weer iets nieuws, dus de ene keer pakt het goed uit en de andere niet. Ik ben er echter zeker van dat de teams en de FIA er samen wel uit kunnen komen waar ze de DRS-zones volgend jaar het beste kunnen neerleggen.”

De Australische coureur laat afsluitend nog wel weten dat hij hoopt dat de ‘puurheid’ van het inhalen behouden blijft en er geen races meer volgen waarin positiewisselingen zo makkelijk en frequent plaatsvinden dat ze niets meer voorstellen. “Inhalen moet namelijk wel iets blijven betekenen”, vindt hij.