David Coulthard neemt in zijn column voor Autosport stelling tegen de rijmentaliteit van wat hij de Playstation-generatie noemt. De jongeren van nu kunnen nog veel van hem leren.

Vroeger was Formule 1-racen veel gevaarlijker dan nu, omdat de auto’s en de circuits zo onveilig waren. Coureurs keken wel uit dat ze geen ongelukken kregen, omdat een crash maar al te vaak slecht afliep.

Tegenwoordig is dat allemaal optimaal geregeld. Nu komt echter het gevaar van de coureurs zelf. Volgens Coulthard heeft de huidige genera­tie van hun computergames vooral ‘geleerd’ dat een ongeluk niets voor­stelt. Dat gevoel wordt in de praktijk alleen maar versterkt doordat de moder­ne formule-auto’s zo enorm veilig zijn gebouwd. Het is, gelukkig, inder­daad bijna onmogelijk geworden om serieuze verwondingen op te lopen.

Ieder seizoen vallen er klappen die tien jaar geleden absoluut doden zouden hebben opgeleverd. Denk maar aan de crashes van Robert Kubica (Canada 2007) en Mark Webber (Valencia 2010). Of die van vorige week vlak na de start op Spa. Alle discussies over cockpitafscherming (die gewoontege­trouw na enkele weken weer verstommen, net als in 2009) zijn onnodig als de coureurs zich een beetje verantwoordelijker gedragen. Die auto’s zijn echt al veilig genoeg. Maak ze nog veiliger, en het aantal zware onge­lukken zal toenemen.

Dit weekend konden wij op Monza opnieuw aanschouwen waartoe de ‘rock apes’ (een benaming uit de jaren zeventig, maar wel duidelijke taal) uit de GP2 in staat zijn. Bijvoorbeeld Fabio Onidi, die zijn rempunt voor de eerste chicane enkele tientallen meters verlegde en onder meer de volmaakt onschuldige Nigel Melker af­schoot. Of Marcus Ericsson met zijn idiote en riskante gedrag tijdens de start, op dezelfde plek. Opmerkelijk was daarbij dat de wedstrijdlei­ding zich daarover niet druk scheen te ma­ken – afgezien van misschien de inlevering van wat startplaatsen bij de eerst­volgende race. Misschien dat dáár hem de kneep zit?

Romain Grosjean en Pastor Maldonado (om nog zo’n wildeman te noemen) schopten het destijds allebei tot GP2-kampioen. Zij hebben beiden duidelijk de vereiste snelheid, maar even duidelijk nog niet de noodzakelijke zelfbeheersing. De GP2 kan alleen een goed opleidingsinstituut voor de Formule 1 zijn als iedere coureur ook verplicht de lessen ‘goede manie­ren op de baan’ bijwoont (met als gastdocent, zo stel ik me voor, David Coulthard!).

Niet iedereen schijnt die lessen nodig te hebben: Sergio Pérez en Kamui Kobay­as­hi bijvoorbeeld (hoewel de Japanner in de GP2 ook enorm te keer kon gaan). Dit geldt geluk­kig ook voor de Neder­land­se inbreng in de GP2, Van der Garde en Melker. Zij laten ieder weekend fraaie inhaal­staaltjes zien zonder al te gekke dingen te doen. Maar ja, zullen de anderen zeggen, die moeten eerst maar zien dat ze de Formu­le 1 halen …