Liberty media’s topman Chase Carey moet onderhand wel moe zijn van de ellenlange praatsessies, belangenverstrengeling en onwil van (top)teams om de Formule 1 vanaf 2021 te reviseren. Hoewel bijna iedereen het er over eens is dat de sport op een kruispunt staat en verfrissende injecties nodig heeft, schieten de onderhandelingen tussen de rechtenhouder en teams nauwelijks op.

Chase Carey is in alles de tegenpool van zijn voorganger, Bernie Ecclestone. Hij blijft altijd keurig lachen, slaat in de publiciteit zelden met de vuist op tafel. Als hoogste afgevaardigde van commercieel rechtenhouder Liberty Media staat de aan Colgate en Harvard (twee Amerikaanse topuniversiteiten) geschoolde academicus en multimiljonair synoniem voor moderne zakelijkheid.

Carey en zijn twee voornaamste kompanen, commercieel directeur Sean Bratches en technisch directeur Ross Brawn, onderhandelen al tijden met de teams over de toekomstkoers die de Formule 1 moet varen. Op zowel commercieel als sportief vlak. In Canada was het onlangs een voornaam gespreksthema, beslist werd er niets. In oktober wordt er verder gesproken.

Liberty heeft miljarden geïnvesteerd om de rechten van de sport te kopen en wil er op (korte) termijn uiteraard ook geld aan verdienen. Het heeft inmiddels allerlei voorstellen gedaan om de kosten voor teams te drukken, het speelveld door middel van nieuwe, technische regelgeving te vergroten en de inkomsten te vergroten. Wie kan daar nou op tegen zijn? Liberty, Amerikaans in al zijn vezels, gruwt van de voorspelbaarheid. Haas’ teambaas Günther Steiner zei me in Canada dat de problemen nu eindelijk eens moeten worden opgelost. Geen woorden, maar daden.

Zo simpel als het lijkt, is het natuurlijk niet. In de Formule 1 staat eigenbelang doorgaans op nummer 1. De financieel draagkrachtige en invloedrijke fabrieksteams (Mercedes, Ferrari en Renault) hebben andere belangen dan de rest, die we voor het gemak de privateers noemen. Er heerst een scheiding der geesten, Carey cum suis staan derhalve voor een bijna onmogelijke taak om iedereen te plezieren. Dat moeten ze ook helemaal niet willen.

Deze week zag ik weer een voorbeeld voorbijkomen waarom de regelgeving van 2021 waarschijnlijk toch weer een slap compromis wordt. Het ging over de bandenwarmers. Alfa Romeo liet bij monde van teammanager Beat Zehnder weten dat hij een groot voorstander is van de afschaffing daarvan. Scheelt een half miljoen per jaar: over kostenreductie gesproken. En het maakt racen ook nog spannender, omdat coureurs meer tijd nodig hebben om de banden bij terugkeer op de baan op juiste temperatuur te krijgen. Maar meteen schoot een aantal teams in de verdediging: geen goed plan. Komt er vast niet door.

Beide partijen blijven zo over en weer met losse flodders schieten. Carey zal zich regelmatig afvragen in wat voor wondere wereld van eigenbelang en ego’s hij toch is verzeild. Mijn gok: hij zal er vast niet zo lang zitten als zijn illustere voorganger.