Wist je dat er in een ver verleden tweemaal olympische autosport is bedreven? Wat mij betreft komt het in 2020 in Tokyo weer op het programma!

Het einde van een lange sportzomer is nu echt in zicht. Na het EK voetbal en de Tour de France dacht ik dat ik er wel even klaar mee was, maar toch hebben ook de Olympische Spelen me langzaam in de greep gekregen. Zeker nu in Brazilië op de valreep alsnog het nodige Nederlandse eremetaal wordt verzameld.

Goud maakt hebberig; ik kijk sporten op tv die me vier jaar lang volledig koud laten. Terwijl ik mijmer over de mogelijke plakken die nog te halen zijn deze laatste week, vraag ik me af: waarom is er eigenlijk geen autosport op de spelen?

Racen stond tweemaal wél op de olympische kalender, zij het als demonstratiesport. Eerst in 1900, in Parijs. Er moest een hele reeks aan onderdelen worden afgewerkt, met als uitsmijter een langeafstandsrace naar Toulouse en weer terug. Na dik veertienhonderd kilometer, verdeeld over drie etappes, was het Alfred Velghe (beter bekend onder zijn pseudoniem Levegh, hij was de oom van Pierre Levegh, die in 1955 op Le Mans het publiek in vloog) die er met het goud vandoor ging. De tweede keer was in 1936, toen er een olympische rally werd verreden tijdens de omstreden spelen in Berlijn. Onder de ogen van de Nazi-elite zette de Britse Elizabeth Haig in haar al even Britse Singer de hele Duitse auto-industrie te kijk.

Voormalig IOC-baas Jacques Rogge liet zich ooit ontvallen dat wat hem betreft autosport nooit meer olympisch wordt, omdat het om de atleten gaat en niet om het materiaal. Waarom staat er dan wél zeilen en paardrijden op het programma, om maar ‘ns wat te nomen? Daarbij: een Formule 1-coureur is vele malen meer atleet dan de gemiddelde deelnemer aan de pak ‘m beet tien meter luchtpistoolschieten.

Wat mij betreft nemen we het Race of Champions-concept als uitgangspunt voor olympische autosport. De beste coureurs uit verschillende autosportdisciplines die het tegen elkaar opnemen in verschillende soorten, gelijkwaardige auto’s. Man tegen man op een kort, overzichtelijk circuit, volgens mij levert dat een spectaculair olympisch nummer op. Ik wil wel bondscoach worden van het Nederlandse team. Ook in 2020 is Max Verstappen vast en zeker nog in topvorm, en aangevuld met mannen als Robin Frijns, Kevin Abbring, Nyck de Vries en tegen die tijd Richard Verschoor of een ander jong talent, zou Nederland een selectie hebben om de vingers bij af te likken. Het goud lonkt al!