Het leuke van een non-Formule 1-weekend is dat je dan alle andere raceklassen op je bord krijgt. Zo heb ik het afgelopen weekend met open mond zitten kijken naar de beestenbende die de Formule 3-coureurs op Monza aanrichtten.

Misschien ben ik de tel kwijtgeraakt, maar volgens mij heb ik in drie races zes keer de safetycar zien uitrukken en twee keer een race beëindigd zien worden middels de rode vlag. Verder viel me van de coureurs het volgende rijgedrag op:

1] Op de rechte stukken meerdere malen achtereen zigzaggen om anderen het passeren te beletten.
2] Elkaar aantikken in de chicanes, zodat letterlijk de stukken eraf vlogen.
3] Wheel-banging op de rechte stukken (en niét per ongeluk).
4] Teamgenoten die elkaar regelmatig naar het leven stonden.
5] Domweg te laat remmen voor de chicanes.
6] Willens en wetens met zijn vieren naast elkaar een chicane induiken en dan de bocht afsnijden als daarvoor geen plaats blijkt te zijn.

En de wedstrijdleiding? Was die er wel?

Het veruit engste moment van het weekend was het ongeluk van Lance Stroll, waarvan hij overigens zelf de oorzaak was. Gedurende zijn handstand-overslag-act tolde hij ondersteboven over de vangrails heen. Het is niet moeilijk om je in te denken wat er gebeurd zou zijn als Stroll ondersteboven óp de vangrails zou zijn beland. Pure domme mazzel was het, en niet anders. Ongetwijfeld zullen er weer stemmen klinken die meer passieve veiligheid in Formulewagens ingebouwd willen zien. Maar als je het kwaad bij de wortels wilt uitroeien, is het veel verstandiger wat meer passieve veiligheid in de koppen van deze Formule 3-coureurs te stampen.

Niet eng maar wel stuitend waren verder de schouwspelen in de Parabolica. Daar is de aloude gravel-trap grotendeels vervangen door een gelikte asfaltlaag, als ware het een verlengstuk van het circuit. Dat maakt het voor de coureurs aantrekkelijk om die cruciale (want aan een recht stuk voorafgaande) bocht sneller door te komen dan waarvoor hij werd bedoeld. Als je daar met vier wielen over de witte lijn een ruimere lijn kiest kun je enorm veel tijd winnen en jezelf sneller het rechte eind op katapulteren. Gewoon een kwestie van algemene autosportontwikkeling! De uitvinder: Kimi Räikkönen. De plaats: Blanchimont, Spa-Francorchamps, 2008. Felix Rosenqvist deed dat op onbeschaamde wijze tijdens één van de vele herstarts na en kwam ermee weg. Hij rijdt tenslotte voor een Italiaans team. Nou ja, hij kreeg een reprimande, waarvan hij vast erg is geschrokken.

Ik las een aardig interview met ex-Prema-coureur Raffaele Marciello, die tegenwoordig GP2 doet. Hij vond het rijniveau van de F3-coureurs zwaar beneden peil en sprak de hoop uit dat hij uit de GP2 zou zijn doorgestroomd tegen de tijd dat deze figuren daarin terecht komen.

Had men dit kunnen zien aankomen? Ja, natuurlijk. Monza is bij uitstek een slipstreamcircuit met weinig bochten waarin de goede coureurs ten opzichte van de rest het verschil kunnen maken. Daarbij helpt het absoluut als een capabele en rechtvaardige wedstrijdleiding zich stevig laat gelden. Dus niet wachten met ingrijpen tot na de race. Ik wil wedden dat geen van beide race directors van zaterdag en zondag (jawel, twee verschillende mensen, alsof het om een uitzendbaantje gaat!) ooit een serieuze race hebben gereden. Voor zover ik het heb kunnen zien, hebben de heren Sven Stoppe en Nils Wittich gedurende het hele weekend niet één keer onderweg een wild geworden coureur tot kalmte gemaand middels een drive-through penalty. Wel waren ze erg dapper met het naderhand uitdelen van straffen.

Het uithangen van de rode vlag in de derde race was de eerste juiste beslissing die tijdens het weekend in Monza gedurende een race werd genomen. Het is vast nooit voorgekomen dat dit paardenmiddel werd gebruikt, enkel om het verbijsterende gebrek aan rijdersdiscipline aan de kaak te stellen.