Het is nu twee jaar geleden dat Ron Dennis door de aandeelhouders van McLaren aan de kant werd geschoven. Sindsdien is er veel veranderd bij het team.

Het beste bewijs voor de nieuwe koers die McLaren vaart sinds het vertrek van Dennis, is de documentaire Grand Prix Driver, die door Amazon wordt geproduceerd en uitgezonden. Aanvankelijk was het de bedoeling dat de serie zou gaan over het debuutjaar van Stoffel Vandoorne, maar gaandeweg kwamen de makers erachter dat er een ander, veel spannender verhaal te vertellen was. “In 2012 wonnen we zeven Grands Prix”, vertelt teambaas Zak Brown in een voice-over aan het begin van de trailer. “Daarna niks meer.” Er wordt veel gevloekt, er zijn veel bezorgde blikken. De allereerste test met de Honda-motor, in februari 2015, zet de toon. De motor wil niet starten. Iedereen kijkt naar elkaar, de Japanse engineers friemelen zenuwachtig aan hun vingers.

Zulke openhartigheid zou ondenkbaar zijn onder Ron Dennis, die het begrip ‘Ronspeak’ introduceerde. De man die McLaren groot maakte trok steevast een rookgordijn van verhullend taalgebruik op, fouten werden niet toegegeven en het tonen van zwakte was taboe. Maar drie catastrofale jaren met Honda blijken een schat aan materiaal te hebben opgeleverd voor de documentairemakers en nu Dennis er niet meer is om het tegen te houden, toont McLaren een ander gezicht.

De stukken die ik tot nu toe heb gezien doen me denken aan een andere, openhartige Formule 1-documentaire. Diep begraven in het archief van Youtube staat een serie over het debuutjaar van een andere Japanse motorenbouwer, Yamaha. Per toeval stuitte ik erop. De overeenkomsten met de worsteling van Honda zijn opvallend. Yamaha debuteerde in 1989 bij het Duitse team Zakspeed, en met het merk kwam ook de Japanner Aguri Suzuki in de Formule 1-terecht. Bij de eerste test van de Zakspeed-Yamaha, in het Braziliaanse Rio, gingen acht motoren in rook op. De Japanse tv-zender Fuji bracht het genadeloos in beeld.

Bij een van de races wordt Suzuki geïnterviewd, vlak voordat hij aan de voorkwalificatie begint. Hij stapt in de auto, de motor wordt gestart en binnen vijf seconden spuugt de Yamaha een drijfstang en al zijn olie uit. Einde weekend voor Suzuki. De Zakspeed zou zich dat jaar maar voor twee races kwalificeren. Toch hield Yamaha stug vol: de motor ging naar Brabham, Tyrrell en Arrows, waar Damon Hil er in 1997 in Hongarije bijna een race mee won. Pas aan het eind van dat jaar stopte Yamaha ermee, maar met wat meer geld en betere teams hadden ze misschien zelfs races kunnen winnen.

De documentaire over McLaren zal door heel wat meer mensen bekeken worden dan die over Yamaha, en hoewel Honda er niet best vanaf komt, is het merk er komend seizoen toch weer bij. Toro Rosso gaat het proberen met de voorheen zo problematische motor. Het bewijst in elk geval dat Honda, net als Yamaha, volhouders zijn. Het zou mij niets verbazen als het toch nog goed komt met Honda. Misschien nog niet in het komende seizoen, maar het geloof in eigen kunnen is er nog steeds.