Wat een contrast. Terwijl Alexander Albon zondag vanuit de pitstop naar P10 en ‘Driver of the Day’ reed, moest George Russell genoegen nemen met een zestiende plaats. Op twee ronden van winnaar Lewis Hamilton dan ook nog. Hoe een titel in de Formule 2 en een status als Mercedes-protegé duidelijk geen garantie zijn op een aangenaam eerste seizoen in de Formule 1.

Vier rookies staan er dit jaar op de Formule 1-grid. Antonio Giovinazzi heeft al enige ervaring in de Formule 1, hij reed in 2017 twee races voor Sauber. Lando Norris nam bij McLaren plaats in het zitje van Stoffel Vandoorne, nog zo’n F2/GP2-kampioen. En de jonge Brit maakt indruk bij het team uit Woking. Twee keer in drie races stootte hij door tot Q3, in Bahrein eindigde hij zelfs als ‘best of the rest’ op P6. Voor een deel ligt dat natuurlijk aan zijn team, dat haar zaakjes eindelijk terug wat op orde lijkt te hebben.

Alexander Albon is dit seizoen de derde rookie. De Thaise Brit had een contract om dit jaar Formule E te gaan rijden voor Nissan e.dams. Toen bleek dat Dan Ticktum in 2019 geen optie was voor Toro Rosso, greep Helmut Marko in laatste instantie terug naar het talent dat hij in 2012 dropte uit het Red Bull junior programma. Tot de testen in Barcelona had Albon zelfs nog nooit in een F1-bolide gereden. Met zijn prestatie in China rechtvaardigt Albon alleszins Marko’s keuze.

Lees ook: Albon: ‘Na VT3 voelde dit weekend als een gemiste kans’

Foto: Motorsport Images

Komen we bij de vierde en laatste rookie. George Russell, F2-kampioen van 2018 en Mercedes-protegé. De man met misschien wel het grootste palmares in de jeugdcategorieën. Terwijl zijn mede-rookies bij midfield teams terechtkomen, komt Russell via Mercedes bij het geteisterde Williams terecht. Dan krijg je een o zo begeerd zitje in de Formule 1, is het bij het veruit slechtste team van het veld. Ik heb medelijden met Russell.

Het werd een beetje ironisch toen Russell tijdens de in-season test in Bahrein een dag met de Mercedes mocht rijden. Prompt reed het de snelste tijd van de test. Hoe groot moet het contrast geweest zijn voor de jonge Brit. Op zondag roemloos zestiende eindigen, drie dagen later met een zilverpijl over het circuit mogen vlammen. Of zoals hij rijden in zijn Williams na de GP van China omschreef: ‘Het lijkt wel of ik stilsta’. Nogmaals, ik heb medelijden met het jonge talent.

Lees ook: Weblog: de Grand Prix komt naar Zandvoort en daar mag heel Nederland, ook Assen, trots op zijn

Mercedes-teambaas Toto Wolff is vol lof over Russell. “George is een van de besten die we ooit in ons team gehad hebben. Ik denk dat we hier nog een jonge Brit hebben die in de toekomst een ster kan worden,” maakt hij de vergelijking met Lewis Hamilton. Wanneer iemand als Wolff zo’n vergelijking maakt, hecht je er toch waarde aan.

Foto: Motorsport Images

Maar wat heb je aan zo’n vergelijking als je het niet kan bewijzen op de baan. Enige waardemeter die Russell heeft is, teamgenoot Kubica. In de kwalificatie is het nipt tussen beide Williams-coureurs, maar tijdens de race neemt de Brit vlot afstand van de Pool. Daar rijdt hij dan, een beetje in niemandsland zijn rondjes af te haspelen.

Lees ook: Kubica: ‘Lastig te bevatten waarom Russell van me wegrijdt’

Wat de toekomst brengt voor Russell moet nog blijken. Je zou denken dat de volgende stap een zitje bij Mercedes is, een beetje zoals Leclerc van Sauber naar Ferrari ging. Maar dan is er het geval Ocon, nog zo’n Mercedes-protegé. Ook hij werd door Mercedes elders gestald. Bij Force India in zijn geval, om dit jaar zonder zitje in de wachtkamer van de zilverpijlen terecht te komen. Zit ie dan, elke twee weken in de garage van Mercedes. En hij wordt gretig gezocht door de camera’s. Staat Russell hetzelfde lot te wachten? Tijd zal het uitwijzen, maar voor nu: Ik heb medelijden met Russell.

Foto: Motorsport Images