Zou de vacature al zijn uitgeschreven in Maranello? Nu vaststaat dat Antonio Giovinazzi volgend jaar voor Sauber rijdt en Daniil Kvyat zo goed als zeker terugkeert naar Toro Rosso, verliest Ferrari in één klap twee simulatorcoureurs. In de virtuele wereld stonden Giovinazzi en Kvyat niet in de spotlight, maar waren ze dragende krachten.

Hoe vaak hebben we de afgelopen pakweg twee jaar op vrijdagen wel niet over Ferrari’s stroeve starts van Grand Prix-weekends geschreven, met (vooral) Sebastian Vettel en Kimi Räikkönen die zich een dag later in de kwalificatie prompt aan het front meldden? De stap, dan wel sprong die de cavallino rampante van vrijdag op zaterdag zette was doorgaans niet toe te schrijven aan overnight wonders, maar aan hard werk. Sinds 2017 van Giovinazzi, en sinds dit seizoen ook van Kvyat, die nadat Ferrari’s raceteam het circuit al lang had verlaten nog tot diep in de nacht op de fabriek in de simulator zaten.

Giovinazzi vervult een belangrijke rol in Ferrari’s simulatorprogramma.

Het was er behalve doorhalen ook doorrijden geblazen: setups testen, engine maps, data-analyse, experimenten met de rijstijl en met tyre wear-modellen worstelen – het simulatorwerk vergt in de steeds realistischer digitale wereld vandaag de dag behalve stuurmanskunst ook een welhaast academische aanleg en benadering. Geen wonder dat Red Bull-kopstukken Christian Horner en Helmut Marko al vroeg openlijk een streep door Sébastien Buemi’s naam op het kandidatenlijstje bij Toro Rosso zetten, en dat niet alleen vanwege zijn WEC en Formule E-verplichtingen. “Te waardevol in de simulator”, luidde het commentaar. Buemi schijnt met dat werk ook een goed belegde boterham te verdienen.

Over Toro Rosso gesproken, Kvyat zit daar zo goed als zeker volgend jaar weer echt achter het stuur. Verbijsterend voor veel buitenstaanders, maar de Rus staat ondanks al zijn publieke perikelen nog altijd hoog aangeschreven binnen Red Bull. Mede omdat hij technisch sterk zou zijn en goede feedback geeft. En hij is, zeker niet onbelangrijk, ervaren. Met 72 Grands Prix achter zijn naam was dat ook voor Ferrari – dat ervaring altijd waardeert – een belangrijke reden hem binnen te halen. Bij de Scuderia vervulde hij zijn simulatorwerk zo goed dat Ferrari al vroeg duidelijk maakte dat hij dit jaar niet nog in een andere klasse zou racen. Het wilde hem zoveel mogelijk in de sim.

Kvyat in een stuk minder serieuze gamesimulator in zijn Red Bull-tijd.

Voor Kvyat was het simulatorwerk, samen met tijd weg uit de Red Bull-omgeving, een soort rehabilitatie. Het heeft een voorheen gesloten deur heropend. Voor Giovinazzi leek de deur naar een racezitje op slot. Ook omdat hij slachtoffer van zijn eigen succes leek worden. Ferrari zou getwijfeld hebben of het hem wel ‘kwijt’ wilde. Uiteindelijk maakte de promotie van Charles Leclerc (de Ferrari-pupil die in 2017 net als Giovinazzi wel eens bij naam door Vettel werd bedankt voor zijn simulatorwerk tijdens raceweekends) het indirect mogelijk dat Giovinazzi toch een Sauber-stoeltje kreeg.

Het mag duidelijk zijn: simulatorcoureur zijn is al lang geen erebaantje, met sponsorgeld gekochte titel of bezigheidstherapie meer. Geen wonder dat er een steeds beter CV voor vereist is. Daarover gesproken, als ik Stoffel Vandoorne was zou ik, Formule E-rol of niet, mijn palmares toch maar eens naar Maranello mailen. Of naar Mercedes uiteraard. Wie weet waar het tegenwoordig toe leidt.