McLaren moet de resterende vier races winnen om van 2011 nog een acceptabel seizoen te maken, zo stelt teambaas Martin Whitmarsh. De Engelsman denkt ook wel dat dat kan lukken.

In gesprek met Autosport draait Whitmarsh er niet omheen als hem wordt gevraagd wat de doelstelling voor de rest van het jaar is, nu het coureurskampioenschap definitief aan Red Bull-coureur Sebastian Vettel toebehoort en ook het constructeurskampioenschap naar Red Bull lijkt te gaan: “We moeten in beide klassementen de tweede plaats pakken en races winnen”, verkondigt hij.

“We houden er bij McLaren namelijk van om races te winnen. We hebben dit jaar inmiddels vijf zeges gepakt, maar 2011 wordt pas een acceptabel jaar voor ons als we de resterende vier Grands Prix ook weten te winnen”, stelt Whitmarsh, die dus weer eens bevestigt dat de lat altijd hoog ligt bij het eerzuchtige McLaren.

Volgens de teambaas maakt zijn renstal, gebaseerd op de laatste paar Grands Prix, goede kans om het door hem gestelde doel te halen. “We beschikken namelijk over een auto die zeer goed is in de race en dat was tijdens de laatste vijf Grands Prix ook duidelijk te zien. We hadden van alle vijf die races namelijk het gevoel dat we hadden kunnen winnen.”

In de praktijk won McLaren ‘slechts’ twee van de vijf races waar Whitmarsh naar refereert. De laatste van die vijf races, die van Japan, werd wel door McLaren gewonnen en dat geeft hem vertrouwen, maar het stoort Whitmarsh wel dat het zijn coureurs niet is gelukt om de poleposition te pakken: “Want dat zat er absoluut in”, vindt Whitmarsh, die er verandering in wil brengen dat er tot op heden bij elke race van dit jaar een Red Bull op pole stond: “Ik wil dit jaar nog één of twee keer een McLaren op pole zien”, verkondigt hij dan ook.

“Je verdient natuurlijk geen punten met een poleposition, maar het is gewoon een kwestie van eer”, legt hij uit, alvorens hij besluit met de boodschap dat er op de fabriek in Woking amper nog aan de auto van 2011 gewerkt wordt en de meeste pijlen op 2012 gericht zijn. “Want volgend jaar beginnen we weer met een schone lei, dus we moeten er voor zorgen dat we dan gelijk aan het begin van het jaar sterk zijn.”