Ja, Valtteri Bottas presteert goed in de Mercedes, maar dat betekent niet automatisch dat hij ook volgend jaar voor Mercedes rijdt. “De rijdersmarkt ligt in 2018 en 2019 volledig open en dus kijken we ook verder”, aldus teambaas Toto Wolff.

Valtteri Bottas ging aan het begin van het jaar in op het aanbod om in ieder geval één jaar voor het fabrieksteam van Mercedes uit te komen als vervanger van de gestopte Nico Rosberg. Meer zat er nog niet in, omdat Mercedes met de na dit jaar aflopende contracten van Sebastian Vettel en Fernando Alonso graag alle opties open houdt.

“En dat is gezien de druk die daardoor op zijn schouders komt te liggen inderdaad geen fijne positie voor Valtteri om in te verkeren”, zo gaf Mercedes-teambaas Toto Wolff ruimhartig toe op het FIA Sport Conference in Genève. “Maar toen hij het contract tekende, wist hij heel goed hoe de vork in de steel stak. Hij wist dat we de tijd zouden nemen om een besluit te maken over ons rijdersduo voor 2018.”

Wat in de evaluaties in het voordeel van Bottas spreekt, is dat hij het wat Wolff betreft tot nu toe heel goed doet: “Hij kreeg maar heel weinig tijd om zich voor te bereiden op zijn nieuwe uitdaging en moet binnen het team een direct gevecht aangaan met één van de beste coureurs van het moment, die bovendien aan zijn vijfde seizoen voor Mercedes bezig is.”

“Valtteri heeft desodandanks al een poleposition en overtuigende zege op zijn naam weten te schrijven. Daar staat tegenover dat hij ook wat moeilijke races kende, maar over het algemeen zijn we zeer tevreden over zijn optreden, zowel op de baan als daarnaast.”

Wolff geeft eveneens aan dat het feit dat Bottas sponsorgeld meeneemt naar Mercedes een extra motivatie was om Bottas zijn contract onder de neus te schuiven: “Voor de meeste teams geldt momenteel dat een coureur mét geld interessanter is dan een coureur van een gelijk kaliber zonder geld. Natuurlijk hebben we Valtteri in de eerste plaats benaderd vanwege zijn talent, maar toen duidelijk werd dat hij sponsorgeld mee zou brengen, zeiden we daar natuurlijk geen nee tegen.”