Robin Frijns heeft zijn derde startplaats voor de hoofdrace van de GP2 in Duitsland niet kunnen omzetten in een podiumplaats. De Nederlander werd zesde en baalt daar enorm van.

Na afloop van de race treffen we Frijns in de truck van Hilmer Motorsport en niet, zoals gehoopt, bij de persconferentie van de top-drie. Over de reden kan Frijns kort zijn .”De pitstop mislukte. Dat is niet de eerste keer, helaas. Daardoor kwam ik achter een paar mannen terecht die ik bijna niet voorbij kwam.” Frijns startte als derde en raakte in de eerste ronden verwikkeld in een gevecht met Felipe Nasr, James Calado en Stephane Richelmi. Nadat zijn pitstop een paar seconden te lang duurde, moest Frijns weer van voor af aan beginnen. Dat deed hij overigens met verve, maar wel ten koste van zijn banden.

Verdedigen

Carlin-coureur Felipe Nasr kwam hij nog wel voorbij, maar daarmee had het rubber duidelijk zijn beste tijd gehad. Kampioensleider Stefano Coletti kwam snel dichterbij, maar Frijns verdedigde zijn derde plaats met succes. Wel hield hij de Monegask dusdanig op dat deze op zijn beurt werd aangevallen door Richelmi en de Zwitser Fabio Leimer.

Anti-stall

In de laatste ronde waagde Coletti in de chicane zijn aanval op Frijns’ derde plaats, en met succes. De Nederlander kwam hierdoor zo in het gedrang terecht dat ook Richelmi en Leimer hem in de laatste bocht nog konden passeren. “Ik ken Coletti, en ik weet dat hij geen rare dingen doet”, vertelde Frijns. “Daarom durfde ik ook zo fel te verdedigen. Bij veel andere coureurs zouden we er samen vanaf gegaan zijn. In de laatste chicane gaf ik hem de ruimte, maar ik kwam zo hard over de kerbstones dat mijn anti-stall in werking trad. Daarom kwam ik zo traag weer op gang. Maar mijn kansen op de zege waren al verloren in de pitstop, want die duurde veel te lang. Ik had een vrije baan willen hebben om na mijn stop de banden te kunnen sparen voor een aanval aan het eind van de race, maar in plaats daarvan moest ik mijn achtervolgers van me afhouden.”

Door zijn zesde plek start Frijns morgen in de sprintrace wederom als derde, al is hij daar zelf niet van onder de indruk.  “Pff, schrale troost. Ik had vandaag op het podium willen staan.”