“De Formule 1 moet weer awesome worden.” Dat is de mening van Mark Webber, de Australische voormalig Formule 1-coureur die vindt dat de koningsklasse niet indrukwekkend genoeg meer is.

In een uitgebreid interview met F1i.net doet Webber, die sinds hij eind 2013 afscheid nam van de Formule 1 in het World Endurance Championship uitkomt voor Porsche, uit de doeken wat hij vindt dat er verkeerd is aan de huidige Formule 1 en hoe de sport er eigenlijk uit zou moeten zien.

“De Formule 1 moet vijftien seconden per rondje sneller zijn dan welke andere klasse dan ook en de auto’s moeten zowel de coureurs als de toeschouwers het gevoel geven dat het razendsnelle, moeilijk te besturen en controleren monsters zijn”, stelt Webber allereerst. “De Formule 1 moet in technisch opzicht de absolute top zijn, maar ook wat betreft wat er van de coureurs wordt gevraagd. Je wil coureurs twee uur lang vol zien pushen, in plaats van dat ze continu aan hun banden moeten denken en met de handrem erop rijden om de slijtage te managen.”

“Op het moment mist de sport dat unieke echter. De auto’s zijn hoogstens twee tellen sneller dan die uit een aantal andere klassen, waaronder het WEC, terwijl ik weet dat ook de coureurs – die dit natuurlijk niet mogen zeggen – de auto’s ook lang niet uitdagend genoeg vinden om mee te racen. Ik weet dat Michael Schumacher toen hij zijn comeback maakte, ondanks dat hij niet meer in zijn piek was, teleurgesteld was met hoe er geracet werd. De lat ligt immers lager, omdat er niet meer op de limiet gereden wordt en de bolides ook fysiek amper nog een uitdaging vormen.”

“Je ziet nu ook dat iemand zoals Max Verstappen – van wie ik er overigens niet aan twijfel dat hij zeer talentvol is – binnen vier races al heer en meester is over zijn auto, maar dat hoort niet zo in de Formule 1”, meent Webber “Als je in de garage staat terwijl ze je auto voor je eerste test laten warmdraaien, zou het zweet je moeten uitbreken in de zin van: ‘Yes, ik heb de Formule 1 gehaald, maar er wacht me hier nog een flinke taak’. Coureurs die net als ik hun debuut maakten tussen 2002 en 2006, liepen na hun eerste test ook allemaal enigszins bezorgd en vertwijfeld rond, met een blik van ‘ik weet het zo net nog niet’. Dat is wat je wil, want fans reageren daarop, op het feit dat de sport zo moeilijk is.”

“Het is in die zin net als in het voetbal of tennis. Je kunt de goals wel groter maken of het net lager hangen, maar de echte toppers willen dat niet. Die willen de uitdaging, die willen dat hun vaardigheden getest worden. Daar moeten we ook met de Formule 1 weer naartoe en het is ook wat de fans willen, want die malen echt niet om alle technische regels en verhalen en dat schrikt zelfs veel mensen af. Zij willen gewoon strijd zien. Natuurlijk, in 2004 zagen we soms ook saaie races, maar de tribunes zaten altijd vol omdat mensen iets awesomes en bijzonders te zien kregen.”

“Coureurs die op de limiet rijden, auto’s die je vijf kilometer van het circuit nog gehoorschade geven en echte inhaalacties in plaats van er met DRS langs zoeven, dat is wat we moeten hebben. Al die beleving mist nu. Ik sprak laatst met motorcoureur Valentino Rossi en hij somde het goed op: het scherpe randje is er af. Alles is van tevoren berekend en uitgedacht en wordt tijdens de races vervolgens perfect volgens plan uitgevoerd”, besluit Webber, die erkent ‘ook niet alle antwoorden te hebben’, maar vindt dat de Formule 1 een betere balans tussen show en sport moet vinden.