De Indy 500 staat voor elke Indycar-coureur dikgedrukt en driedubbel omcirkeld in de agenda, en dat is voor Rinus ‘VeeKay’ van Kalmthout niet anders. Na twee coronaedities maakte de Nederlander ‘de 500’ in 2022 voor het eerst écht in volle glorie mee, als onderdeel van een achtbaan-achtig seizoen. “Ik zag het haast als een religie om de baan voor me te winnen.”

“Het was wel even heel anders”, vergelijkt Van Kalmthout zijn Indy 500-ervaringen uit de met veel restricties gepaard gaande coronajaren 2020 en 2021 met de volle bak-versie van afgelopen jaar. Met afgerond 325.000 fans die de tribunes van de kombaan vulden, was het de op één na drukste editie in twintig jaar tijd. Ook wat betreft alle feestelijkheden en (fan)tradities eromheen.

“De parade vind ik het mooiste”, verwijst Van Kalmthout naar de traditionele optocht door dowtown Indianapolis. “In 2016 stond ik zelf tussen die 80.000 of 100.000 mensen en zag met een grote ‘wauw’-blik op mijn gezicht al die coureurs voorbijkomen. Nu zat ik op row one tijdens de parade, samen met Scott Dixon en Alex Palou, de andere jongens op de eerste startrij.”
(tekst loopt door onder de foto)

Rinus van Kalmthout met links zijn zus Michelle en rechts vriendin Carmen tijdens de parade voor de Indy 500. Foto: Penske Entertainment.

Fluwelen handschoendjes

Hij zegt het haast tussen neus en lippen door, maar Van Kalmthout kwalificeerde zich in 2022 voor de tweede keer op rij op plek drie, nadat hij zich in 2020 als vierde had geplaatst. Het kwalificeren op Indy heeft hij wel onder de knie, maar alle drie de keren ging er in de race iets mis, met een achtste plek in 2021 als beste resultaat. In 2022 werd hij genekt doordat zijn auto door onverwachte omstandigheden ineens de grond raakte en onbestuurbaar raakte.

Indy kiest zijn eigen winnaars, zeggen ze dan. “Dat is zeker waar”, weet Van Kalmthout, die tijdens zijn meest recente bezoek dan ook actief probeerde een ‘band’ op te bouwen met Amerika’s beroemdste autosporttempel, wat de befaamde Brickyard natuurlijk is. “Ik zag het haast als een religie de baan voor me te winnen. Er viel niet met me te leven tijdens die maand op Indy”, lacht hij.

“Ik was alleen maar bezig respect te tonen aan de baan: ‘sorry, sorry’, echt met fluwelen handschoentjes.” Van Kalmthout sloeg nog net geen kruisjes, zei nog net geen gebedjes. “Maar het sloeg nergens meer op, eigenlijk. Toen dacht ik ook bij mezelf: waar ben ik nou mee bezig? Ik ga hier volgende keer”, in 2023 dus, “gewoon racen en mijn best doen. Dat is alles wat ik eraan kan doen.”

Lees ook: Arie Luyendyk: ‘Rinus van Kalmthout heeft iets speciaals, dat ziet de hele Indycar-paddock’

Factor tien

Van alle traditie en folklore die bij Amerika’s grootste race komt kijken – van de fles melk voor de winnaar tot de kwalificatieloting, de parade door Indiana inclusief straatbordjes met coureursnamen – blijft hij los daarvan gewoon genieten. “Dat ik dat in 2022 voor het eerst allemaal volop heb meegemaakt, maakte het factor tien qua gekte, maar het zijn hele leuke dingen om de coureurs en fans er meer bij te betrekken.”

Dat hijzelf komend seizoen weer wat moois kan laten zien tijdens de volgende ‘500’ en meer mooie herinneringen kan maken, daar twijfelt hij niet aan. “Want we hebben er al veel laten zien”, doelt hij op zichzelf en zijn team ECR, Ed Carpenter Racing, “en ECR is eigenlijk altijd een van de sterkste teams tijdens de 500, dus dat is fijn met oog op de toekomst.”
(tekst loopt door onder de foto)

Van Kalmthout met zijn ECR-crew op de befaamde brickyard van de Indianapolis Motor Speedway. Foto: Penske Entertainment.

Van Kalmthout rijdt in 2023 ook weer voor ECR, na een 2022 dat hij als een ‘roller coaster’ typeert, een achtbaan. “Ik heb hele mooie dingen laten zien, maar ook zelf een paar foutjes gemaakt en als team hebben we op sommige circuits achter de feiten aangelopen. Ik ben tevreden”, resumeert hij, maar “ik denk wel dat twaalfde in het kampioenschap niet heel goed laat zien wat we hebben gedaan.”

“Door dat nulresultaat op Indy, wat een dubbelepunten-race was, pak je eigenlijk twee keer nul punten. Had ik daar de top vijf gehaald, wat met mijn auto echt wel mogelijk was, dan was ik waarschijnlijk als negende geëindigd in het kampioenschap”, denkt hij. “Dan denken mensen: wat een geweldig seizoen, wat een opwaartse trend. Vandaar dat ik denk: die twaalfde plek laat het niet helemaal zien.”

Lees ook: Van Kalmthout met TDS terug naar Daytona: ‘Mik na tweede plek uit 2022 nu op de zege’

Prioriteit

Van Kalmthout pakte in 2022 overigens wel een pole en een podiumplek – allebei in Alabama – en finishte nog twee keer als vierde. “We hebben best een goed seizoen gehad, vind ik, maar er zijn ook wel verbeterpunten.” Zoals? “De regelmaat. Het is gewoon gek dat je als team de ene race een van de snelste auto’s hebt en dan op een ander circuit de langzaamste bent.”

De 22-jarige Hoofddorper is echter overtuigd dat ECR in 2023 een stap vooruit zal zetten. Ook door de komst van partner BitNile, dat flink in het team investeert. “Dat helpt ons deze winter ook bij het ontwikkelen van de dempers, het enige echt ‘vrijgegeven’ onderdeel op een Indycar. Daar komt nu van buitenaf budget voor, dus dat is goed.”

Binnen ECR is ‘VeeKay’, zoals hij in Amerika wordt genoemd, bovendien het onbetwiste speerpunt. “De auto wordt om me heen gebouwd. Ik krijg prioriteit binnen het team. Dat is goed voor mij, daar kan ik me goed bij ontwikkelen. Ik denk dat we de komende jaren nog hele mooie dingen kunnen doen.” Uiteraard ook op Indy. “Ik weet zeker dat ECR ook de komende jaren een van de beste teams zal zijn op Indy.”

Rinus ‘VeeKay’ van Kalmthout zit op de pitmuur van de Indianapolis Motor Speedway. Foto: Getty Images.