De Renault-motor is samen met de Ferrari-krachtbron het sterkst van allemaal in de races. Dat stel Renault-teambaas Cyril Abiteboul, die denkt dat de Honda de derde krachtbron is en de Mercedes-V6 op plek vier zet.

Dat verklaart de Fransman althans in gesprek met Auto, Motor und Sport. “Op basis van onze metingen hebben Ferrari en wij de sterkste motor in de races”, stelt de Renault-topman, die de motor van Honda wat dat betreft op plek drie zet. “En pas daarna komt Mercedes.”

Een opmerkelijke rangschikking wellicht van Abiteboul: hoewel de algemene aanname inderdaad is dat de Ferrari-motor het sterkst is, wordt de Renault-motor zelden als tweede gezien. Dan eerder de Honda (goed voor drie zeges) of de Mercedes-motor. De resultaten van het Mercedes-fabrieksteam liegen er althans niet om: het werd dit jaar constructeurskampioen en Lewis Hamilton en Valtteri Bottas finishten op één en twee bij de coureurs.

Lees ook: Mercedes, Renault en Honda overwegen motorontwikkeling te bevriezen vanaf 2021

Volgens Mercedes zelf ligt het ook net even anders dan Abiteboul zegt. Een Mercedes-engineer, eveneens tegenover Auto, Motor und Sport ziet de volgorde als Ferrari, Mercedes samen met Honda, en dan Renault. “Al zijn de verschillen tussen onszelf, Honda en Renault wel minimaal”, erkent de engineer. “Alleen Ferrari steekt er echt bovenuit.”

Dat Abiteboul zijn vertrouwen uitspreekt in ‘zijn’ krachtbron, is natuurlijk niet vreemd. Eerder dit jaar stelde hij ook al tegenover AUTOhebdo dat de Renault-motor door de magische grens van de 1000 pk is gegaan. En ja, zo voegde hij er destijds aan toe: “We weten dat sommige mensen sceptisch zijn en daar grapjes over maken.”

Lees ook: Abiteboul: ‘We hebben een sterke motor, daar twijfel ik geen moment aan’

Zowel het Renault fabrieksteam als motorklant McLaren was dit jaar echter sterk op de rechte stukken; daarbij kon het echter ook geen kwaad dat beide teams hun auto’s doorgaans afstelden met weinig luchtweerstand, wat de topsnelheid vergroot. McLaren finishte als vierde bij de teams, Renault als vijfde.