Fernando Alonso denkt dat het Drag Reduction System (DRS) niet zo snel uit de Formule 1 zal verdwijnen. De Spanjaard denkt dat het hulpmiddel altijd wel handig zal blijven om de inhaalmogelijkheden te vergroten en benadrukt bovendien dat de races toen DRS nog niet bestond ‘een stuk saaier’ waren.

Het Drag Reduction System (DRS) werd in 2011 geïntroduceerd om de inhaalmogelijkheden in de Formule 1 te vergroten. De coureurs kunnen in bepaalde zones, als zij binnen een seconde van hun voorligger liggen, de klep op de achtervleugel openen om zo minder luchtweerstand te genereren en een hogere topsnelheid te bereiken. Het zorgde inderdaad voor meer inhaalacties, al stuitte het systeem ook op veel kritiek omdat het te kunstmatig zou zijn. Vanaf volgend jaar gaan nieuwe regels in die ervoor moeten zorgen dat de inhaalmogelijkheden al vergroot worden zonder hulp van DRS, al blijft dat hulpmiddel ook in 2022 aanwezig in de koningsklasse van de autosport. Fernando Alonso denkt dat het systeem niet zo snel zal verdwijnen.

“Ik denk het niet, we zullen het altijd nodig hebben in de Formule 1”, zegt Alonso in gesprek met Motorsport.com. “Ik weet dat het soms wat kunstmatige inhaalacties levert op verschillende circuits. Maar als we terugkijken naar de tijd dat we geen DRS hadden, dan zie je meteen dat de races een stuk saaier waren. Het was veel lastiger om in te halen.”

Lees ook: Alonso na teleurstellende GP Turkije: ‘Geluk lijkt ons dit jaar te vermijden’

“De Formule 1 is niet zoals andere categorieën. Ik denk dat het in de Formule 1 altijd lastig zal zijn om de anderen te volgen vanwege de aard van de aerodynamica en hoe slim de teams altijd zullen zijn bij het leveren van de performance. DRS zal dus een handig hulpmiddel zijn, zelfs in de toekomst”, oordeelt Alonso.