Voordat Fernando Alonso besloot om terug te keren in de Formule 1, vreesde hij dat hij niet meer dezelfde zou zijn als voorheen. Met name door de tegenvallende comebacks van Kimi Räikkönen en Michael Schumacher begon de Spanjaard te twijfelen, maar hij stelt na anderhalf jaar dat hij nog steeds dezelfde Alonso is.

Alonso nam na het seizoen 2018 afscheid van de Formule 1 nadat hij enkele dramatische jaren kende bij McLaren. De tweevoudig wereldkampioen keerde vorig jaar terug bij Alpine, waar hij niet om zeges of podiumplekken strijdt maar wel op een competitief niveau meedoet.

Dat laatste was nog wel een punt van zorg voor Alonso, die daardoor twijfelde of een comeback wel verstandig zou zijn wetende dat het bijvoorbeeld bij Michael Schumacher en Kimi Räikkönen ook geen succes was. “Als je besluit om terug te keren, dan moet je een paar dingen weer aan de kant schuiven – familie en vrienden – en volledige toewijding hebben voor het werk, het reizen, het fysieke aspect, het mentale aspect en de druk die je voelt”, zegt Alonso in gesprek met The Race.

Lees ook: Alonso mist het winnen en strijd om podium, maar is ‘erg trots’ op comeback

Daarom betekende de tweede startplek in Canada ‘veel’ voor Alonso. “Omdat je Fernando Alonso bent kijkt iedereen of je wel goed presteert”, legt hij uit. “En ik weet dat er in het verleden een paar voorbeelden waren van coureurs die terugkwamen, Kimi of Michael… we hadden allemaal het gevoel dat ze niet meer dezelfde waren. En dat wilde ik niet in mijn comeback.”

Na anderhalf jaar stelt Alonso dat hij daar ‘min of meer’ in is geslaagd. “Ik ben nog steeds dezelfde. En dat was belangrijk voor mij.” Maar voor de tweevoudig wereldkampioen is het ook belangrijk dat hij zichzelf bewijst. “Ook al voelde ik van binnen dat ik dezelfde was, ik moet het af en toe bewijzen en weekenden als Canada helpen om dat gevoel in de paddock te hebben”, aldus de Alpine-coureur.