Voor het eerst in mijn journalistieke carriere heb ik een Formule 1-coureur ingehaald. Op de openbare weg nog wel.In Bahrein wordt streng gecontroleerd op snelheid. Op vrijwel elk kruispunt staat politie en langs de weg van Manama naar het circuit staan meer camera’s dan in de fotografenruimte in de paddock.

Om je te herinneren aan de maximumsnelheid gaat er in de Formule1.nl/Egmond images-huurauto een piepje af als de honderd kilometer per uur bereikt wordt. Terwijl ik reed zat Peter op de passagierstoel in de hoop onderweg nog iets te zien dat het fotograferen waard was.

Net toen hij zijn camera weglegde, passeerden we een automobilist die op de vluchtstrook staande werd gehouden door de politie. In een reflex greep Peter zijn camera.

Te laat, we waren er al voorbij. In mijn spiegels zag ik iemand die verdacht veel op Fernando Alonso leek, naast een gloednieuwe Nissan GT-R, omringd door drie politiemotoren. Die heeft vast niet zo’n piepje, dacht ik nog, en vroeg me tegelijkertijd af of de agenten de Renault-coureur zouden herkennen.

Even later kwamen we op het circuit Alonso tegen. Hij was het inderdaad, gaf hij toe. Aangehouden wegens te hard rijden? ,,Nee, ik had de nummerborden nog niet op mijn auto geschroefd”, vertelde hij. “Toen ik deze auto dinsdag ophaalde, verzekerde de Nissan-dealer mij dat ik de kentekenplaten rustig in de kofferbak kon laten liggen. Daar zou hier geen haan naar kraaien, zei hij.”

Dat viel dus tegen. Onder toeziend oog van de politie prutste Alonso met behulp van wat ijzerdraadjes die hij in de auto vond, de platen op hun plek. “De agenten waren heel aardig. Ik mocht verder rijden zonder bekeuring.”

Niet dat hij zich daar erg veel zorgen over leek te maken: op zondagmorgen was het Alonso’s beurt om mij in te halen. Samen met Renault-testrijder Romain Grosjean was hij in de GT-R spintjes aan het trekken op de doodlopende weg langs de parkeerplaats van het circuit. Plankgas haalde hij me in. Aan de verkeerde kant van de weg. En opnieuw zonder kentekenplaat: die was er zeker ergens afgevallen. Aan het eind van de weg trok hij de auto met de handrem om zijn as. Ze hadden dikke pret, zo te zien.

Het zijn soms net gewone jongens, die Formule 1-coureurs. Gelukkig maar.