Nadat de eerste testweek werd verstoord door slecht weer, konden de teams in de afsluitende vier testdagen veel nuttig werk verrichten. Hoe brachten ze het er vanaf?

Mercedes
Vorige week was Lewis Hamilton op de laatste testdag de snelste man op de baan en daarmee had Mercedes kennelijk genoeg informatie over de W09 in kwalificatietrim, want tijdens de tweede testweek bleven Hamilton en zijn teamgenoot Valtteri Bottas alle vier de dagen uit de buurt van de snelste dagtijden – en had Mercedes de snelste hypersoft-banden zelfs helemaal niet meegenomen. Als enige team liet het elke dag zowel Bottas als Hamilton rijden, met een snelle switch tussen de middag om de auto om te bouwen voor de andere coureur. Op de eerste twee dagen van test twee klokte een Mercedes-coureur de tweede tijd van de dag – op dinsdag Bottas, op woensdag Hamilton – maar op de laatste twee dagen concentreerde Mercedes zich met softs en vooral mediums op lange runs. Die laten zich moeilijk lezen, maar de constante rondetijden in combinatie met observaties langs de baan doen vermoeden dat Mercedes nog altijd de beste auto heeft. De vraag lijkt vooral hoe groot de marge is.

Red Bull Racing
Max Verstappen kende veel pech in de eerste testweek en dus waren er wat bezorgde gezichten toen de Nederlander op de eerste dag van de afsluitende test stil kwam te staan met een elektrisch probleem. Het bleek een defecte accu, een euvel dat snel is op te lossen, en dus kon Verstappen op dinsdag 130 ronden rijden, waarvan de snelste goed bleek voor de derde tijd van de dag. Daniel Ricciardo klokte op de tweede dag de snelste tijd en kende geen technische problemen, terwijl Verstappen op de voorlaatste dag wederom veel lange runs deed en zodoende niet in de buurt van de toptijden kwam. De weinige rondjes die Verstappen reed op de zachtste bandensoort gaven geen representatief beeld van de RB14 in kwalificatietrim, want toen werd Verstappen op pad gestuurd met veel brandstof aan boord. Verstappen was happy met de snelheid tijdens de long runs, al wijzen verschillende analyses erop dat de racesimulatie van Mercedes (dat er rond hetzelfde tijdstip eentje afwerkte) sneller was. Gewoontegetrouw wil Verstappen geen voorspellingen doen over de snelheid van zijn auto ten opzichte van Mercedes, maar na afloop van de laatste dag was Ricciardo iets loslippiger. De Australiër vermoedt dat Red Bull nog wat snelheid tekort komt om het de regerend wereldkampioen moeilijk te maken, al stelde hij eerder al dat Ferrari misschien een ander verhaal is…

Ferrari
De Ferrari SF71H ziet er snel uit en onderstreepte dat door in de laatste testweek op drie van de vier dagen de snelste tijd te rijden. Het team liet alleen op de tweede testdag zowel Sebastian Vettel als Kimi Räikkönen rijden en besteedde die dag aan lange runs, waarmee woensdag de enige dag van de week werd waarin Ferrari de snelste tijd aan een ander (Ricciardo) moest laten. Ook hier gaven de tijden niet veel prijs, wel was af en toe flink wat overstuur zichtbaar – iets dat beide Ferrari-coureurs overigens wel prefereren over onderstuur. Toch leek de SF71H opvallend genoeg soms nét wat minder goed op de baan te liggen dan zijn voorganger. Volgens sommige bronnen kampt Ferrari verder nog altijd met een hoger brandstofverbruik dan Mercedes. Dat was vorig jaar al zo en het kan verklaren waarom Ferrari over lange runs nog niet kan tippen aan het tempo van Mercedes.

Renault
Met de RS18 is Renault een voorloper als het gaat om het gebruik van de uitlaatgassen om neerwaartse druk te genereren. Deze zogenaamde blown rear wing wordt bewerkstelligd door de hoek waaronder de uitlaat omhoog steekt te maximaliseren. Het brengt twee potentiële problemen met zich mee: de vleugel moet hittebestendig zijn, en de engine mapping moet zorgen voor een zo constant mogelijke stroom uitlaatgassen, wat een negatief effect heeft op het brandstofverbruik en de motortemperatuur. Het voordeel is volgens technisch directeur Bob Bell bij lange na niet zo groot als een paar jaar geleden het geval was bij de geblazen diffusor, maar alle beetjes helpen. De achtervleugel van de RS18 was vergeleken met de eerste testweek nog verder bekleed met hittewerend materiaal.

Grote technische problemen kende het team niet. Los van een sensorprobleem dat de software van de versnellingsbak in de war schopte en een vergelijkbaar probleem met het differentieel. Dat de betrouwbaarheid voorzichtig verbeterd lijkt, is goed nieuws voor het team dat eind vorig jaar al geregeld best of the rest leek achter de top drie, maar veel punten verloor door technische pech. Carlos Sainz ontdekte wel dat Renaults aerodynamische pionierswerk een keerzijde heeft: de auto blijkt vooralsnog erg gevoelig voor verandering van de windrichting. Als alles werkt, loopt de RS18 als een speer.

McLaren
Hoe je het ook wendt of keert: na de problemen van de eerste test was ook de tweede week op het Circuit de Barcelona-Catalunya McLaren niet gunstig gezind. Alleen de derde dag was probleemloos. Toen reed Stoffel Vandoorne 151 ronden, wat overigens bij lange na niet het hoogste aantal van de dag was, en noteerde hij de zesde tijd. Op de eerste dag stond de Belg vooral in de pits vanwege elektrische en hydraulische problemen. Fernando Alonso had nog meer pech: een olielek op zijn eerste en een kapotte turbo op zijn tweede testdag hebben McLaren op flinke achterstand gezet. De Spanjaard is onveranderlijk optimistisch, maar teambaas Eric Boullier gaf enigszins beschaamd te kennen dat de problemen niet bij Renault, maar bij McLaren zelf gezocht moeten worden. De turbo in kwestie hoorde oorspronkelijk bij een andere motor, maar werd door McLaren overgeheveld nadat het olielek de eerste krachtbron beschadigde. De problemen met de betrouwbaarheid – McLaren legde het minste aantal ronden af van elk team – hebben ervoor gezorgd dat de snelheid van de MCL33 nog niet goed is in te schatten.

Force India
De afgelopen jaren produceerde Force India de een na de andere reuzendoder, maar met de VJM11 lijkt er een eind te zijn gekomen aan die reeks. Gedurende twee testweken heeft Force India nog niets indrukwekkends laten zien. Grote problemen zijn er niet met de nieuwe auto, maar zowel de rondetijden als observaties langs de baan wijzen op een algeheel gebrek aan grip, zowel aerodynamisch – Sergio Perez en Esteban Ocon hadden het zichtbaar moeilijk in de snelle bocht 3 – als mechanisch, wat zichtbaar was in de chicane die aan het rechte stuk voorafgaat. Naar eigen zeggen heeft Force India een ‘basisauto’ voor de tests klaargemaakt en wordt in Melbourne een uitgebreid aerodynamisch pakket verwacht. Dat pakket wordt dan wel zonder testkilometers voor de leeuwen geworpen. Het is een onlogische strategie van Force India die alleen maar een financiële reden kan hebben. Ocon denkt wel dat het team dichter bij de top drie is gekomen, maar vooralsnog lijkt de wens bij dat soort uitspraken de vader van de gedachte en moet Force India in de eerste plaats achteruit kijken. Toch heeft Force India het de afgelopen jaren telkens voor elkaar gekregen het maximale uit een beperkt budget te halen. Als het team het huiswerk dat het nog heeft goed doet, kan er nog veel veranderen. Maar of het genoeg is om best of the rest te blijven?

Williams
Net als bij Force India, met wie Williams de strijd om de vierde plek hoopt aan te kunnen binden, is ook hier nog weinig reden tot optimisme. Williams heeft nog geen goede afstelling kunnen vinden voor de FW41, althans niet voor de twee racecoureurs Sergej Sirotkin en Lance Stroll. Testrijder Robert Kubica, die gepland stond voor de ochtend van de laatste testdag maar plaatsmaakte voor Stroll, kon er aardig mee uit de voeten. Stroll niet: die was op drie van de vier dagen waarop hij reed de langzaamste man op de baan en was daar zichtbaar gefrustreerd over. Het grootste probleem van de Williams lijkt een gebrek aan balans bij hoge kerbstones. De FW41 verschilt qua ontwerp behoorlijk van zijn voorganger en het kan dat het nog finetunen is, maar indruk heeft Williams eigenlijk geen moment gemaakt. Op de totale tijdenlijst met alle 21 deelnemers aan de tweede test, staan Sirotkin, Kubica en Stroll allemaal buiten de top vijftien.

Toro Rosso
Misschien wel dé verrassing van de twee testweken in Barcelona. Het is haast flauw om te zeggen, maar gezien de problemen die er afgelopen jaar met de Honda-motor waren, mag het gerust opmerkelijk worden genoemd dat Toro Rosso niet tegen motorproblemen aan is gelopen. Alleen op dinsdag, de eerste dag van test twee, ging echt tijd verloren – door een remprobleem. Toro Rosso reed na Mercedes en Ferrari de meeste ronden van allemaal. Qua rondetijden viel de STR13 ook niet eens tegen. De auto zal niet ineens de top drie bedreigen en de kans lijkt ook klein dat het team uit Faenza de middenmoot aanvoert, maar met fabriekssteun van Honda en een in de basis redelijk chassis, kan het komend seizoen misschien grotere stappen zetten dan het de laatste jaren gewend was. De samenwerking met Honda is nog pril, maar naarmate die relatie zich ontwikkelt kan het team zich ook zelf verder ontwikkelen – een perspectief dat het de afgelopen jaren als klantenteam nooit heeft gehad.

Haas
Op de voorlaatste testdag stond er ineens een Haas op de tweede plek,dankzij Kevin Magnussen. Op de laatste dag zat het er op P5 op het oog net minder goed bij, maar in tegenstelling tot de coureurs die boven hem eindigden reed Romain Grosjean geen rondje op de snelste hypersofts. Het deed de vraag rijzen of ‘de witte Ferrari’, zoals de Haas wel wordt genoemd vanwege de gelijkenis met de 2017-bolide van de Scuderia, meer pace heeft dan het Amerikaanse team lange tijd wilde laten zien. Teambaas Günther Steiner gaf tegenover Sky Sports wel aan dat de snelheid er op de eerdere testdagen ook in zat, maar het toen niet puur voor tijden was gegaan. Het Duitse Auto, Motor und Sport heeft voorgerekend dat Haas het vierde team is, al vertelt Steiner die publicatie gelijk dat die inschatting wellicht ‘wat positief’ is. Misschien is Haas ook geholpen door hoe goed het het Circuit de Barcelona-Catalunya kent. Volgens Steiner weet het team, na twee jaar in de sport, hoe dan ook beter wat het doet, wat ook helpt met de rem- en balansproblemen van de laatste seizoenen.

Sauber
Wie dacht dat het lelijke eendje van de Formule 1 met Alfa Romeo als titelsponsor ineens in een zwaan veranderd zou zijn, komt bedrogen uit. Toch is er wel sprake van vooruitgang. Saubers radicale C37 is misschien geen sprong vooruit, maar wel een stap. Lange tijd reden Marcus Ericsson en Charles Leclerc weinig imposante tijden, maar toen ze er donderdag en vrijdag eens voor gingen zitten, reed Ericsson de zevende tijd van de dag en Leclerc de negende. De Sauber-rijders waren zo sneller dan bijvoorbeeld hun collega’s van Williams. Minder positief was dat Ericsson en Leclerc de C37 de afgelopen weken allebei een paar keer van de baan gooiden. Wellicht een teken dat de auto niet heel makkelijk te besturen of op de limiet te rijden is. Sauber heeft ook nog veel te leren over de nieuwe concepten die het heeft bedacht. Hoe beter dat lukt, hoe beter het erin zal slagen aan te haken bij de middenmoot. Gezien van hoe ver Sauber moet komen, als eigenlijk enige achterhoedeteam van 2017, zal aanklampen al heel wat zijn.

Afgelegde ronden per team (over twee tests)

Pos. Team Aantal ronden
1 Mercedes 1040
2 Ferrari 929
3 Toro Rosso 822
4 Williams 819
5 Renault 795
6 Sauber 786
7 Red Bull 783
8 Force India 711
9 Haas 694
10 McLaren 599

Snelste rondetijd per team

Pos. Coureur Team Rondetijd
1 Sebastian Vettel Ferrari 1:17.182
2 Fernando Alonso McLaren 1:17.784
3 Daniel Ricciardo Red Bull 1:18.047
4 Carlos Sainz Renault 1:18.092
5 Kevin Magnussen Haas 1:18.360
6 Pierre Gasly Toro Rosso 1:18.363
7 Lewis Hamilton Mercedes 1:18.400
8 Esteban Ocon Force India 1:18.967
9 Charles Leclerc Sauber 1:19.118
10 Sergej Sirotkin Williams 1:19,189

Met medewerking van Daan de Geus.