Nu 2022 teneinde loopt, selecteert FORMULE 1 Magazine de beste verhalen van het jaar, gratis en voor niets te lezen op Formule1.nl tijdens de aankomende feestdagen. Dit artikel komt uit nr. 08-09, uit mei.

Klik hier voor de andere verhalen uit de Best of ’22-serie

Lando Norris en Daniel Ricciardo zijn de paljassen van de paddock. Dat uitgerekend zij aankaarten te worstelen met hun psychische gezondheid slaat in 2021 in Formule 1’s rennerskwartier in als een bom. Coureurs staan immers constant onder grote druk. Maar hoe kun je je daar nou het beste tegen wapenen? FORMULE 1 Magazine ging op onderzoek uit.

Door Linda Vermeeren

Motorsport is dangerous, maar het wordt pas echt gevaarlijk als je met twijfel achter het stuur zit. Wanneer je met 350 km/u over het circuit raast, moet je overtuigd zijn van jezelf en vertrouwen hebben in je kunnen. Op het moment dat je aarzelt, je teamgenoot te veel in je hoofd zit of de druk op je schouders te zwaar wordt, zijn foutjes snel gemaakt met alle gevolgen van dien. Jarenlang is dit onderwerp taboe geweest, maar sinds 2021 komt de discussie rond geestelijke gezondheid langzaam op gang. Waar het in het verleden vaak verzwegen werd of weggewuifd als offer dat je maken moet om Formule 1-coureur te zijn, is er nu veel meer openheid en begrip.

Met dank aan Lando Norris.

Op de Engelse tv sprak de McLaren-coureur openlijk over zijn worstelingen met zijn mentale gezondheid. Met name tijdens zijn debuutseizoen in 2019 gaat hij er flink onder gebukt. Terwijl de Formule 1-wereld hem als frisse wind omarmt, loopt hij met zijn ziel onder de arm. “Wat mensen niet beseffen is de enorme hoeveelheid stress en druk waar coureurs mee om moeten gaan. Het is veel: helemaal wanneer je op negentienjarige leeftijd je debuut in de Formule 1 maakt”, legt Norris uit. “Ik was enorm onzeker, constant bang om het te verknallen en dus altijd aan het doemdenken. Na een slecht weekend dacht ik helemaal dat ik niet goed genoeg was…”

Norris is de eerste van de huidige groep coureurs die zich uitspreekt. In zijn kielzog volgen Ricciardo en Valtteri Bottas die zelfs toegeeft dat hij in zijn tweede seizoen bij Williams wilde stoppen vanwege mentale en fysieke problemen. Norris zegt opgelucht te zijn er nu openlijk over te kunnen praten. “Het doet me goed dat ik mensen kan helpen door er open over te zijn. Daarnaast wil ik dat mensen weten dat ik, ondanks mijn droomleven, ook mijn problemen heb. Ik ben ook maar een mens en heb lang niet alles onder controle.”
(tekst loopt door onder de foto)

Lando Norris is altijd open geweest over wat de mentale kant van het spelletje van hem vraagt. Foto: Motorsport Images.

Levensgevaarlijke sport

FORMULE 1 Magazine spreekt over de worsteling van Norris en kompanen met Nico van Yperen, hoogleraar sportpsychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen. “Formule 1 is een bijzondere sport: in die zin dat het letterlijk levensgevaarlijk is wanneer je je géén zorgen maakt over datgeen wat je aan het doen bent”, stelt Van Yperen. “Wat Norris aangeeft over zijn onzekerheid doordat alle ogen op hem gericht zijn, is een probleem waar iedere topsporter mee te maken krijgt en alleen maar meer wordt naarmate je succesvoller bent.” Het is iets waar je geen controle over hebt. Net zoals je niet kunt controleren hoe het publiek denkt, hoe de media over je schrijft, wat je tegenstanders doen, hoe de weersomstandigheden zijn et cetera. “Het zijn allemaal factoren waar je niks aan kunt doen, die je dus moet leren accepteren.” Dat leren accepteren is volgens de sportpsycholoog een belangrijke mentale vaardigheid, waarbij je je richt op dingen waar je écht iets aan kunt doen. “Zoals ze in de psychologie zeggen: control the controllables.”

De hoogleraar begrijpt dat coureurs onzeker kunnen worden naarmate ze meer aandacht krijgen en de druk oploopt. Het is volgens hem iets dat ze niet moeten negeren of ontkennen, want het is er. “Als je voor jezelf onderkent dat je er niks aan kunt doen, zal je merken dat het je helpt. Wanneer er verstorende gedachten zijn, dan kun je voor jezelf een manier ontwikkelen – een protocol – waarbij je zo snel mogelijk terugkeert naar je taken waar je wel iets aan kunt doen: zoals wat je moet doen om goed te presteren. Refocussen noemen we dat in de psychologie.”

Strategisch plan

Volgens Van Yperen is het als topsporter daarbij belangrijk te blijven nadenken. Het ‘in je hoofd zitten’ wordt vaak als iets negatiefs uitgelegd, maar de sportpsycholoog legt uit dat nadenken over relevante factoren je juist helpen te presteren. “Zeker voor een coureur is dat belangrijk”, meent Van Yperen. “Je kent het circuit, je hebt je goed voorbereid en je weet waar je kunt inhalen. Op sommige circuits is dat nagenoeg onmogelijk. Stel dat je toch in de verleiding komt om in te halen op een plek waar dat niet kan, dan moet je je kop gebruiken om dat niet te doen. Je moet je strategisch plan uitvoeren en blijven nadenken.” Van Yperen benadrukt dat vertrouwen hebben in jezelf belangrijk is, maar dat je moet waken voor zelfgenoegzaamheid. “Je presteert nooit op het best van je kunnen wanneer je het gevoel hebt de beste te zijn en denkt dat je met 90 procent inzet ook kan winnen. Feitelijk is dat ook een verstorende gedachte.”

Afleidende gedachten helpen dus niet, maar Van Yperen erkent dat het onvermijdelijk is dat die gedachten opspelen omdat je gedachten continu in de weer zijn. “Mindful bezig zijn met dat wat je moet doen is de essentie in sport. Helaas krijg je vaak meer afleidende gedachten naarmate het belang groter wordt. We neigen er naar om veel over de consequenties na te denken, terwijl dat niet helpt om in het ‘hier en nu’ te presteren.”

Max Verstappen is echter een kei in mindfulness. Hij neemt het zoals het komt en laat zich niet gek maken. Kan dit genetisch bepaald zijn? “In zijn algemeenheid geldt: al ons gedrag is een combinatie van opvoeding en talent. Echter, de juiste genen maken je nog geen kampioen. Sporttalenten zijn zo goed omdat ze aangeboren ‘high responders’ zijn. Dat wil zeggen, ze reageren goed op stimuli, trainingen en mogelijkheden die door hun omgeving worden aangereikt. Max kan iets gelijk, waar ‘normale mensen’ veel meer tijd voor nodig hebben. Hij is bovendien weerbaarder doordat ook hij daar op getraind heeft.”
(tekst loopt door onder de foto)

Prof. dr. Nico van Yperen werkt aan de Rijksuniversiteit Groningen en is een gerenommeerd onderzoeker op het gebied van motivatie, stress en presteren in sport.

Demonen

Toch is dat trainen geen garantie. Lando Norris startte op 7-jarige leeftijd met karten: aan ervaring geen gebrek. Desondanks worstelt hij. “Ik houd van de competitie van het racen, maar tegelijkertijd is het ook een enorme aanslag op je zelfvertrouwen als het niet goed gaat. Ik gaf me zelf te vaak de schuld van dingen, ook van zaken waar ik eigenlijk geen invloed op had.” Norris heeft inmiddels geleerd er anders naar te kijken. In plaats van te focussen op het negatieve probeert hij er juist motivatie uit te halen om het nog beter te doen. “Het heeft mij geholpen erover te praten. Mensen verwachten dit misschien niet van een Formule 1-coureur, maar waarom niet? Zoveel mensen in de samenleving ervaren dit soort problemen.”

Hij krijgt bijval van Mercedes-coureur George Russell. Tegenover het Britse Inews zegt hij: “Ik denk dat veel mensen, vooral mannen, psychologie als een zwakte zien. Maar dat is absoluut niet het geval. Je geest is het krachtigste hulpmiddel in je lichaam. Dus als er psychisch iets mis is, moet je er met een professional over praten, zodat zij je kunnen helpen.”

Dat er nu coureurs zijn die zich durven uit te spreken over hun mentale kwesties is een goede ontwikkeling, want die problemen komen vaker voor dan je denkt. Volgens het Trimbos-instituut had in de afgelopen twaalf maanden ongeveer een vijfde van de mensen in Nederland één of meerdere psychische aandoeningen. Van Yperen legt uit dat van die twintig procent een groep op basis van aanleg problemen ontwikkelt, maar dat het kan ook komen door gebeurtenissen op je eigen levenspad en hoe dat je vormt.

“Ik ken het verhaal van Norris niet, maar het is belangrijk dat je met zo’n jongen gaat kijken wat er aan de hand is, wat de mogelijke oorzaken zijn en hoe je die moet aanpakken. Dat begint eigenlijk al tijdens de opvoeding”, beweert Van Yperen. “Hoe ga je met anderen om? Wat doe je als iemand beter presteert dan jij? Praat je jezelf dan de put in, of ga je kijken waarom die ander beter is? Als je gaat kijken wat je ervan leren kunt, is dat een veel positievere houding om zelf ook beter te worden. Uiteindelijk heeft het veel met acceptatie te maken.”
(tekst loopt door onder de foto)

Ook omgaan met alle aandacht en afleiding van de fans en media kan zwaar wegen op coureurs. Foto: Motorsport Images.

Duurzaam sporten

Dus ook accepteren dat er soms niet meer in zit. Als je van jezelf weet dat je er alles aan gedaan hebt, moet je volgens de sportpsycholoog trots zijn: je hebt immers op dat moment alles gegeven. “Pas wanneer je zo kunt denken kan je duurzaam sporten, blijf je gemotiveerd en boek je succes wat je weer energie geeft om door te gaan. Je moet juist ook blijven doorgaan wanneer je ziet dat een concurrent beter is”, gelooft Van Yperen. “Kijk naar wat die doet, leer daarvan, en pas je training daarop aan.” Andersom werkt dat ook, stelt hij. “Heb je het beter gedaan, haal daar dan bevestiging uit dat je de juiste keuzes gemaakt hebt en ga zo door.”

Hoewel er in de Formule 1 lang niet meer zo neerbuigend gedaan wordt over mentale begeleiding, zegt Max Verstappen geen externe hulp nodig te hebben. Volgens Van Yperen is de regerend wereldkampioen het schoolvoorbeeld van een sporter die mentaal goed begeleid is, zonder dat hij het zo benoemt. Doordat hij door al die jaren van voorbereiding allerlei strategieën en mentale scenario’s heeft ontwikkeld, maakt hij vaak intuïtief de juiste keuzes. “Daarnaast heeft hij zijn eigen routines door bijvoorbeeld te gaan rusten of zich af te zonderen. Dat wordt niet gelabeld als mentale voorbereiding, dat heet dan chillen, maar daarmee is hij bewust of onbewust wél bezig met zijn mentale voorbereiding.”

Desondanks meent Van Yperen dat er nog ruimte voor verbetering is. “In de sportpsychologie leren we hoe sporters zich mentaal optimaal kunnen prepareren, ook als je al goed presteert. Je bent dus geen sukkel of gek wanneer je met een sportpsycholoog samenwerkt”, verzekert hij. “Je moet het zien als dat extra stapje dat je maakt – net zoals je dat doet op technisch, tactisch of fysiek vlak – om mentaal nóg beter te worden. Dus ja, ook Max zou baat kunnen hebben bij mentale begeleiding.”