Zak Brown waarschuwt dat Monaco zijn plaats op de Formule 1-kalender niet als een vanzelfsprekend kan beschouwen. Volgens McLarens topman is geld daarvoor uiteraard de reden: in andere landen worden veel hogere bijdragen (zogenaamde fees) betaald om de Formule 1 in huis te halen.

Sinds de entree van Liberty Media, dat de commerciële rechten in 2016 voor acht miljard kocht van CVC Capital en er vervolgens extra geld in investeerde, is de Formule 1 een geoliede geldmachine geworden. “Met de belofte van veel geld en nieuwe fans, heeft Liberty de teams betoverd. Bijna elk gesprek komt neer op geld en hoeveel meer ze kunnen verdienen”, beweert Zak Brown, CEO van McLaren.

Recent waardeerde Brown Williams op 1,5 miljard dollar, ondanks verouderde faciliteiten. Hij vindt dat racepromotors ook hun deel moeten betalen. “Met landen als Saoedi-Arabië, Qatar en Bahrein die elk 50 miljoen dollar per jaar betalen, moet Monaco – dat het laagste bedrag betaalt – zijn eerlijke deel bijdragen”, stelt de Amerikaan, marketeer van huis uit.

Brown waarschuwt dat Formule 1’s kroonjuweel van de kalender kan vallen als het prinsdom niet meer gaat of wil betalen. “Zouden we Monaco kunnen verlaten? Dat zouden we kunnen. Deze sport is zo sterk. Ik zou verrast zijn als het niet op de kalender zou blijven. Maar zouden mensen verder gaan en zou de Formule 1 net zo sterk blijven? Dat denk ik wel”, zegt de Amerikaan in gesprek met persbureau Bloomberg.

Volgens Brown moeten oudere circuits zoals Monaco, Monza. Spa en Silverstone mogelijk op een roterende basis worden gebruikt om ruimte te maken voor nieuwe, kapitaalkrachtige promotors. Hij ziet graag races in nieuwe markten zoals Korea, Thailand, India en Zuid-Afrika. “Monaco zou in dat (roterende) kamp kunnen vallen als je dat zou willen”, suggereert Brown. Hij benadrukt echter dat het iconische evenement nog steeds een belangrijke rol speelt op de sociale en zakelijke kalender, ondanks de financiële uitdagingen.