Romantiek bestaat bijna niet meer in de Formule 1. De tijd van cowboys, oplichters en gelukszoekers is voorbij, stelt Nelson Valkenburg. Maar dat heeft ook weer z’n voordelen. 

Zoals wel vaker woedt er momenteel een discussie in de Formule 1 over het aantal teams dat bovenop de tien huidige teams kan worden toegelaten. Een discussie over hoe de inkomsten verdeeld moeten worden, wat voor teams echt wat toevoegen aan het merk F1 en, in het geval van Andretti Autosport, hoeveel hoger het inschrijfgeld moet worden.

Pakweg dertig jaar geleden, toen ik net uit de luiers kwam, was de sport totaal anders. Want had je een auto die aan de reglementen voldeed, dan was je normaal gesproken welkom. Het leverde inschrijflijsten van twee A4-tjes op vol met cowboys, zwart geld en hier en daar oplichters. Meestal gelukszoekers zonder kansen op een punt. Maar soms is een verrassing mogelijk.

Onyx

Neem de Grand Prix van Portugal van 1989. Met 39 ingeschreven auto’s moet er eerst ge-prekwalificeerd worden. Een woord dat je niet meer zo vaak hoort, de pre-kwalificatie. Maar nodig was het wel, want met dertig beschikbare pitboxen moeten er negen rijders voor de kwalificatie huiswaarts. 26 coureurs zijn op basis van de stand in het kampioenschap zeker van deelname. Uiteindelijk is Stefan Johansson in zijn Onyx-Ford in de pre-kwalificatie de beste van de dertien coureurs.

Onyx was geen lang leven beschoren (Motorsport Images)

Het wordt nog mooier. Johansson kwalificeert zich een dag later zelfs als dertiende voordat hij op zondag na een zware race waarin veel coureurs uitvallen en hij niet van banden wisselt, als derde afgevlagd wordt. Achter winnaar Gerhard Berger en Alain Prost. Een onwaarschijnlijk Portugees sprookje voor Onyx!

Na die race in Portugal komt er langzaam maar zeker een einde aan het team. Geldschieter Jean-Pierre van Rossem blijkt een blok aan het been en een jaar later verdwijnt Onyx voorgoed van de grid. Ze zijn niet de enigen. De sport wordt populairder, en onder leiding van Bernie Ecclestone steeds professioneler. De kleine teams gaan een voor een ten onder en wat overblijft wordt sterker, groter en groeit uit tot de elite-organisatie van nu die heel goed is in doen wat goed voor hen is.

Begrijp me niet verkeerd, het heeft de sport enorm veel goed gedaan, en niet alleen omdat die tien teams nu gezond zijn. Met hogere standaarden zijn de teams beter dan ooit, is de sport veiliger en rijden er geen coureurs rond die op basis van hun talent niet in de Formule 1 horen. En daar plukken we allemaal de vruchten van.

Maar toch, hè. We zijn ook wat kwijtgeraakt. Weg zijn onwaarschijnlijke weekenden zoals die van het team van Onyx in Portugal en ook de kans op een Formule-1 zitje is kleiner dan ooit. Budget bij elkaar schrapen, een gok nemen bij een klein team en hopen opgepikt te worden is vervangen door miljoenen uitgeven om genoeg superlicentiepunten te verzamelen. En zelfs dan moet je hopen dat er een plekje vrij komt. En dan hebben we het nog niet eens gehad over al die monteurs en engineers die hun werk leerden bij zo’n klein team om vervolgens door te groeien naar het echte werk.

Maar dat is allemaal heel rationeel gedacht. Wat we echt kwijt zijn geraakt is romantiek en de droom dat Formule 1 bereikbaar is. En dat komt, helaas moet ik zeggen, voorlopig niet meer terug.

De nieuwste editie van FORMULE 1 Magazine ligt nu in de winkel. In deze extra dikke Classic Special boeiende verhalen, interessante reportages, achtergronden en interviews over 100 jaar Grand Prix-racing. Met onder meer:

  • De allereerste overwinning van Ayrton Senna
  • Het Formule 1-avontuur van Jan Lammers
  • James Hunt: de laatste playboy racer
  • Reportage: bad boys in de Formule 1
  • Een exclusief interview met Jacky Ickx
  • Foto’s: De mooiste liveries door de jaren heen
  • Reportages: De horrorcrash van Jackie Stewart
  • De eregalerij: de mooiste foto’s van de grootste kampioen

Gratis verzending in Nederland!