Rob Kamphues lijdt in stilte een beetje mee met Charles Leclerc, die met Ferrari andermaal tot een bijrol is veroordeeld. Is hij wel de man die de Scuderia uit het slop kan trekken? Of is daar een koele Brit voor nodig?

Ik zat wat oude boordradio’s terug te luisteren. Zomaar een gesprek tussen Charles Leclerc en zijn engineer Xavier Padros tijdens de Grand Prix van Saoedi-Arabië dit seizoen. Er is net een safetycar op de baan en Ferrari ontdekt dat de Mercedes die voor Leclerc op de baan rijdt banden heeft gewisseld.

‘And try to push from safetycar line one for Hamilton, he just pitted’, meldt Padros droog.
‘Xavi, you need to tell me that before’, antwoordt Leclerc.
‘Copy.’
‘No, but come on.’
Luister de conversatie vooral zelf terug ergens op best boardradio’s Jeddah 2023. Want het is niet zozeer de tekst, maar de toon waarop hij wordt gevoerd die me fascineert.

Hoe Leclerc zijn engineer terechtwijst doet me op de een of andere manier enorm denken aan hoe ik vroeger mijn kinderen op hun vingers tikte als ze hun kamer weer eens niet hadden opgeruimd. Op een toon van ‘jongens hoe vaak moet ik het nou nog zeggen’. Je wordt niet eens meer echt boos, want je weet dat het toch niet helpt. Het grappige is ook dat Padros een beetje reageert zoals mijn kinderen destijds: ‘copy’, op een toon van ‘ja, ja, je hebt gelijkt, we weten het nu wel’ en hup, daar ging nog een kist lego over de vloer. Het is die toon die Leclerc irriteert. ‘Nee, maar kom op zeg’.

Arme Charles. Ik ben benieuwd hoe de nabespreking in het Ferrari-motorhome na afloop is geweest. Ook daar kan ik me van alles bij voorstellen. Een keer in de maand deed ik dat met mijn jongens namelijk ook als de maat echt vol was. ‘Jongens, papa is het nu echt zat, van nu af aan geen telefoons meer tijdens het eten, rechtop zitten aan tafel en je bord zelf afruimen als iedereen klaar is met eten’.

Meestal hield ik dat twee dagen vol en aan de vermoeide stem van Leclerc te horen denk ik dat dat bij hem niet veel langer duurt. Jammer genoeg zit er meer dan twee dagen tussen de Formule-1-races. De vraag is dus: welke coureur kan Ferrari wel uit het slop helpen? Wie is snel genoeg, scherp genoeg en heeft het uithoudingsvermogen van een Supernanny?
Zou Hamilton het kunnen? Hij heeft tenslotte Mercedes naar zijn eerste wereldtitel in het huidige tijdperk geleid. Maar ja, toen hield Niki Lauda z’n handje vast.
Norris dan. Snel genoeg, maar teveel een zenuwpees als je het mij vraagt, totaal niet bestand tegen de roddel en achterklap in Maranello.
Russell dan: die blijft altijd ijskoud over de boordradio, behalve als er zweetdruppeltjes op z’n vizier vallen.

Tja, en als die het niet aandurft moeten we Max maar aanwijzen om het te doen. Met Jos erbij, want als er één terriër is die blijft bijten tot je luistert, is hij het. Eigenlijk zou er een regel moeten komen die iemand verbiedt vijf keer wereldkampioen te worden voor één merk. Dat hij na de vierde keer verplicht moet overstappen naar een ander team. Maar ja, dan gaat Max met het hele zooitje naar AlphaTauri, neemt hij in zijn kielzog Newey, Lambiase en een vloot aan sponsoren mee en sukkelt Ferrari binnen twee jaar achter AlphaTauri aan.’

De nieuwste editie van FORMULE 1 Magazine! ligt nu in de winkel. Met zoals altijd boeiende verhalen, interessante reportages, achtergronden en interviews, duiding over techniek en onderscheidende fotografie! En natuurlijk alles over de Grand Prix van Canada. In dit nummer onder meer:

  • Max Verstappen, aanjager van Red Bulls recordregen  
  • Exclusief! Raymond Vermeulen, de architect van Max’ imperium
  • Lance Stroll, delicate kwestie van een kwart miljard dollar
  • Het andere leven van hotelier & kunstverzamelaar Helmut Marko
  • Coureur of operazanger? Het dilemma van Giuseppe Campari
  • Columns Rob Kamphues & Amber Brantsen
  • Het allermooiste beeld van Peter van Egmond

Haal het blad in de winkel of bestel hieronder en krijg ‘m thuisgestuurd (gratis verzending in Nederland!)