FORMULE 1-verslaggever André Venema houdt tijdens de Canadese GP speciaal voor deze website een dagboek bij, waarin hij vanuit de paddock verhaalt over roddels, trends en het laatste nieuws. Waarom Vettel zijn Ferrari in de parkeergarage laat staan en de pijn van Grosjean over een dode marmot.

Sebastian Vettel fietst graag. In Zwitserland, waar hij woont, doet hij dat zo vaak als maar kan. Mooie omgeving, schone Alpenlucht en goed voor lijf en geest. Fietsen is voor iedere sporter een beproefd trainingsmiddel, dus ook voor Vettel. En als het op de jaarlijkse wereldreis met Formule 1 even kan, verplaatst hij zich op twee wielen van zijn hotel naar het circuit.

In Monaco was hij twee weken geleden een van de weinige coureurs die de korte afstand tussen zijn hotel en de baan per fiets overbrugde in plaats van de gebruikelijke scooter of auto. In Canada doet hij dat ook. En dat terwijl er in Montréal een luxe Ferrari als vervoersmiddel voor hem beschikbaar is. Maar daar raakt een Formule 1-coureur waarschijnlijk niet erg opgewonden van.

Vrijdagochtend zag ik Vettel toevallig samen met zijn trainer arriveren. Helm en zonnebril op, mooie Italiaanse fiets met dito accenten van Bianchi. Hoe kan het ook anders… De Ferrari blijft in het Canadese raceweekeinde dus in de parkeergarage. Ik hoorde dat iemand uit zijn inner circle de exclusieve sportwagen daarom in Montréal mocht gebruiken (die zou er waarschijnlijk wel opgewonden van raken). Maar helaas: omdat alle auto’s van de coureurs en ander F1-personeel op een hellende dijk langs de roeibaan moeten worden geparkeerd, is de plaatselijke leverancier bang dat er door de lage ophanging van de peperdure bolide mogelijk schade veroorzaakt kan worden.

Er zal vast nog wel een fiets beschikbaar zijn.

Hij was er zichtbaar door aangedaan. Romain Grosjean baalde dat hij in de tweede vrije training een grote marmot had doodgereden. Het leverde werkgever Haas een stevige schadepost op, de neus van de auto en voorvleugel waren behoorlijk beschadigd, maar dat vond de Franse coureur nog het minst belangrijk. “Wat ik het ergste vind is dat de tv-camera’s het dier voor de start van de training bij bocht 13 filmden en dus wisten dat het beest daar rondliep. Waarom hebben mensen het dier weggejaagd, want ik raakte het precies op die plek?”

De aanrijding kwam op een wel heel ongelukkig moment. Haas heeft in Canada door een grote update een beperkt aantal reserveonderdelen bij zich. “De impact was groot, de schade aanzienlijk”, aldus een verdrietige Grosjean. “Ik vind het heel vervelend dat dit is gebeurd. Vooral voor het dier.”

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Het dagboek van zaterdag lees je onder de foto.

Dagboek uit Montréal (3): Eindelijk rijdt er weer een Villeneuve vooraan in de Canadese GP

Het casino van Montréal is een prominent, opvallend bouwwerk. Smaakvol ingericht ook, met een mooie en chique entree. Het is naast het Circuit Gilles Villeneuve en het beroemde paviljoen Expo 67 een van de blikvangers op het Île-Notre Dame, het zo prachtig gelegen en aangelegde eiland in de woelige St. Lawrence-rivier.

Gisteren wandelde ik langs het water en onder een betoverend blauwe hemel vanuit de paddock even naar het casino, een ontspannen tochtje van vijftien minuten. Niet om een gokje te wagen, nee. Ik had een andere missie. Bij de ingang, zo had een Duitse collega mij donderdag in de mediashuttle verteld, staat de Ferrari te blinken waarmee Gilles Villeneuve in oktober 1978 de Canadese en zijn eerste GP won. Een buitenkansje voor liefhebbers, dus. En niet te missen.

Er was op de vroege ochtend niet veel belangstelling voor de auto. Dat verbaasde mij, zeker op Gilles’ geboortegrond. Maar wat ziet de Ferrari 312T3 er mooi, gelikt en compact uit. De auto is eigendom van Pink Floyd-drummer Nick Mason, een notoire verzamelaar van racewagens. Omdat het veertig jaar geleden is dat Villeneuve de eerste race in Montréal op het huidige circuit op een ijskoude oktoberdag won, is de Ferrari naar Canada gebracht.

Dit weekeinde wordt hij het casino uitgereden en gaat zondag de baan op. Dan wordt de klok een paar minuten lang veertig jaar teruggezet. Jacques Villeneuve zal de 312T3 tijdens de rijdersparade van de Formule 1 besturen als eerbetoon aan zijn legendarische vader, in 1982 in Zolder tijdens de Belgische GP zo tragisch verongelukt. Hij kijkt er naar uit, zegt hij. Voor het eerst sinds 1996, zijn debuutjaar, zal de ex-Formule 1-coureur weer op kop rijden in Canada. Maar dan met een schitterende Ferrari.

Net zoals zijn vader dat onder luid gejuich van de fans op 8 oktober 1978 deed.

Het dagboek van vrijdag lees je onder de foto.

Het is bijna half drie, de safetycar draait opwarmrondjes en de zon bezorgt het Circuit Gilles Villeneuve een gouden gloed. De Mercedes met nummer 77 van Valtteri Bottas wordt aan het begin van de pitstraat de garage van de FIA uitgerold, heeft net de verplichte keuring (scrutineering) gehad. Ziggo-commentator Olav Mol geeft zijn cameraman aanwijzingen welke onderdelen van de Sauber, die zo aan de beurt is, hij moet filmen voor de gebruikelijke technische update in het populaire Formule 1-programma.

Fotocamera’s ratelen ondertussen onophoudelijk. Niet van fans die toevallig voorbij wandelen, maar van professionele fotografen. En dat zijn er vanmiddag nogal wat. Ze maken ‘technische foto’s’, zoals dat in jargon heet. De fotografen staan beter bekend als de spionnen van de Formule 1: in opdracht van een team proberen ze voor hun broodheer de nieuwste aanpassingen van de collega’s zo scherp mogelijk in beeld te brengen. De donderdagse keuring is daarvoor een uitgelezen moment.

Een Ferrari wordt naar scrutineering gebracht. Foto: Sutton Images.

Alle teams hebben spionnen in dienst. Iedereen weet het van elkaar, voor welk team een fotograaf werkt, en beseft dat het bij het spel hoort. In de technologische wedloop die Formule 1 is, blijven de ingenieurs en ontwerpers graag op de hoogte van de nieuwste technische snufjes van de concurrentie. Elk detail telt.

Het spionagewerk is een fascinerend schouwspel. De monteurs die op de pitmuur wachten tot hun auto aan de beurt is plagen de fotografen. Want ze weten wat hun objectief is. “Dit werk wordt voor ons steeds belangrijker”, vertelt een Britse fotograaf. “Er zijn een paar grote partijen die actuele- en racefoto’s bijna voor niets verkopen. Daar valt voor individuele partijen zoals ik bijna geen geld meer mee te verdienen. Technische fotografie levert tenminste nog een beetje op.”

En dus schiet hij beeld van alle auto’s die voorbij komen of in de file voor de FIA-garage staan. Dat laatste is nog het beste, stelt hij. Maar om de spionnen te mijden hebben enkele teams daar een slimmigheidje voor bedacht. Zeker de topteams. Die kijken eerst of er geen andere auto’s staan te wachten, zodat ze meteen de FIA-garage in kunnen en geen last hebben van fotograferende pottenkijkers. Maar soms worden die plannen verstoord. Komt er onderweg naar scrutineering nét een auto van een ander team verderop in de pitstraat uit de garage – first come, first serve – en moeten ze alsnog wachten. “Dat is voor ons het allermooiste”, zegt de fotograaf met een gulle lach.

Dan zijn de ingenieurs ook weer even zoet.

Het dagboek van donderdag lees je onder de foto.

Foto: Red Bull.

Dagboek uit Montréal (1): Daniil Kvyat heeft zich nog nooit zo goed gevoeld als nu

Op de luchthaven van Charles de Gaulle loop ik een bekende tegen het lijf. Mijn Russische collega Oleg Karpov (woonachtig in Berlijn) zit op dezelfde vlucht naar Montréal. In het vliegtuig praten we minimaal anderhalf uur bij over van alles en nog wat, maar vooral Formule 1. Ik vraag hem of hij de laatste tijd nog iets heeft gehoord van Daniil Kvyat, de voormalig Red Bull-coureur over wie Karpov een boek heeft geschreven.

Nee, klinkt het op ruim twaalf kilometer hoogte boven de oceaan. Hij heeft helemaal niets van Kvyat vernomen. “Het lijkt alsof hij van de aardbodem is verdwenen”, grapt Karpov. “Ik heb hem dit jaar bij geen enkele Grand Prix gezien.”

Kvyat pakte in zijn laatste race voor Toro Rosso een punt, maar het was niet genoeg om Marko nog te overtuigen.

De loopbaan van Kvyat kreeg eind 2017 een vrij tragische wending toen Red Bulls topman Helmut Marko vertelde dat er geen plek meer voor hem was. Zijn (korte) loopbaan in de Formule 1 werd daardoor in de knop gebroken: de Rus besefte te laat dat Formule 1 veel meer is dan alleen sturen. Weliswaar verdient Kvyat nu een dik belegde boterham als testcoureur bij Ferrari – en daar zijn ze volgens Karpov erg tevreden over zijn simulatorwerk – de kans dat hij ooit weer op de grid zal staan lijkt vrij klein. De Formule 1 kent geen genade.

Bij aankomst op de luchthaven van Montréal en op naar een machine om een weekpas te kopen voor het openbaar vervoer, zien we Kvyat plotseling staan. Alsof je het over de duivel hebt. Karpov loopt hem aanvankelijk straal voorbij, want zijn landgenoot staat zeer onopvallend en in burgerkleding gepositioneerd. De ontmoeting is hartelijk, Kvyat spreekt vrijuit en bekent dat hij over de grootste teleurstelling heen is. “Ik heb me nog nooit zo goed gevoeld als nu”, verzekert hij.

In de bus naar het centrum vragen we ons hardop af waarom Kvyat in Montréal is. Dat zijn we hem vergeten te vragen. Karpov begint allerlei theorieën op te hangen. Zou het kunnen dat Ferrari hem achter de hand houdt vanwege ‘de problemen’ van Kimi Räikkönen? Een Canadese serveerster heeft een zaak tegen de Fin aanhangig gemaakt en eist tonnen, omdat hij vorig jaar in een bar haar borst zou hebben betast.

De wens is misschien de vader van Karpovs gedachte. Het lijkt mij sterk.