FORMULE 1-verslaggever Daan de Geus houdt tijdens de GP van Singapore speciaal voor deze website een dagboek bij, waarin hij vanuit de paddock verhaalt over roddels, trends en het laatste nieuws.

Als je één ding van Singapore kan zeggen (al is er veel meer dat je over Singapore kan zeggen) is het wel dat ze dingen graag goed geregeld hebben. In elk geval als het op de Grand Prix aankomt. Dat vertaalt zich uiteraard in veel gemak, maar soms ook in wat aparte situaties. Gastvrijheid kan de Singaporezen namelijk evenmin ontzegd worden, dus behalve dat de koelkasten in het mediacentrum goed gevuld zijn, zijn de topjes al van de bananen in de fruitschaal gesneden. Voor uw eetcomfort. Bizar.

Opvallend, maar dan in een andere categorie was hoe twee medewerkers die duidelijk opdracht hadden gekregen niemand – maar dan ook niemand – voorbij het lint voor de persconferentiezaal te laten. Dus stonden de fysiotherapeuten van Sebastian Vettel, Max Verstappen en Lewis Hamilton braaf – zij het enigszins verbijsterd – voor het lint te wachten terwijl hun coureurs al in het ‘afkoelkamertje’ waren waar ze na de podiumceremonie even naartoe gaan.

Van Vettel kun je zeggen wat je wil, maar pragmatisch is hij wel. De Duitser had wel lang genoeg gewacht, vond hij, en kwam z’n fysio maar ophalen, doodleuk het lintje voor hem omhooghoudend. Het tijdvoordeel gaf Vettel de kans zich als enige van de podiumklanten alvast om te kleden en lekker in korte broek en op gympies de persconferentiezaal in te sloffen.

De altijd strikt gereguleerde persconferentie (maar dan door de FIA) verzandde vervolgens kort nadat duidelijk werd gemaakt dat er haast geboden was met de laatste vragen, ook nog even in lichte baldadigheid.

Eerst omdat Vettel grapte dat Nederlandse journalisten ‘net Finnen zijn’ omdat negentig procent van hun vragen naar hun landgenoot gaan. Daarna omdat Verstappen een Britse journalist breeduit lachend vol voor de grap twee dikke middelvingers gaf, nadat Hamilton de Brit met veel gespeeld misbaar vroeg waarom hij geen vragen voor hem had (“ik ben hier toch de winnaar”) en de journalist in kwestie stelde dat Hamilton ‘gewoon te goed was vandaag’. Op de slotvraag die hij daarna nog kreeg, gaf Hamilton vervolgens het veruit langste antwoord van de avond.

Regels en opdrachten, populair in Singapore, maar aan coureurs duidelijk niet besteed.

Het dagboek van zaterdag lees je onder de foto.

Foto: Peter van Egmond.

Het is nu al een lang seizoen, ook voor de tafelkaartjes bij Red Bull

Ze gaan de hele wereld over, de metalen tafelkaartjes van Red Bull. ‘Gereserveerd – Media Sessie’ staat op alle drie, met op twee van de drie nog een naam: Max Verstappen of Daniel Ricciardo. Eén setje heeft Red Bull, een setje dat er nu bijna aan is. Door het reizen, het wisselen voor elke mediasessie en fanatiek opstapelen.

“Deze is stuk”, merkte Max donderdag al op, met press officer James die lachte dat ze allemaal wel aan vervanging toe zijn. “Want het is nu al een lang seizoen geweest! Maar we hebben geen budget voor nieuwe”, grapte hij. Verstappen, die altijd oog heeft voor details, ontging het niet dat vooral zijn tafelkaart er niet best aan toe was: “Hier staat geen naam op, Max staat er niet meer tussen!” De vraag of Red Bull niet wat blikjes kan recyclen voor een set nieuwe kaartjes leverde ook gegrinnik op.

Triviaal natuurlijk allemaal – en geenszins een metafoor voor de staat van of binnen het team of wat dan ook. Red Bull pompt vermoedelijk het meeste geld in marketing en media van allemaal, het energy station voor het Europese seizoen is inmiddels een instituut en ook de tijdelijke hospitality-tenten zoals in Singapore zien er netjes uit.

Grappig is wel dat Red Bull, dan weer wel net zoals op het circuit, vaak te maken heeft met materiaalpech bij de mediasessies. Waar bij Mercedes en Ferrari het hele weekend kleine podiumpjes worden gecreëerd met rijtjes met stoelen ervoor, is het bij Red Bull aan tafel leunen. Prima, maar met twintig, dertig man om Max of Daniel heen en lawaai op de achtergrond, is het vaak lastig te verstaan. De oplossing? Een microfoon met speakerset, al zijn die dingen zoals iedereen weet die er wel eens mee heeft gewerkt altijd een crime om aan de praat te krijgen. Normaal omdat de verbinding niet goed werkt, al gaf laatst bij Red Bull een microfoon de geest. Ricciardo, scherp als altijd: “Te veel mic drops.”

Materiaalpech, het is maar goed dat ze er bij Red Bull ervaring mee hebben. Al is het om de ene soort wat makkelijker lachen dan de andere.

Het dagboek van vrijdag lees je onder de foto.

Wie niet nadenkt, wacht de snikhete wachtrij voor de poorten van de paddock

Vanochtend onderweg naar circuit stond ik vlak voor de eindbestemming ineens in een enorme file. Geen Verstappenfile zoals je ze op Spa ziet – Singapore’s ondergronde netwerk is zo goed dat je overdag aan de metro en korte stukjes met de benenwagen genoeg hebt – maar een ouderwetse wachtrij voor de ingang zoals je ze bij bekende pretparken ziet.

Van ongeluk was geen sprake, ik had gewoon niet nagedacht. Dom. Het was namelijk half twee, drie uur voor het begin van de eerste training. En laat de curfew (nachtklok – of moet dat hier dagklok zijn?) voor al het hardwerkende teampersoneel dat gelijk aan de slag moest nou nét drie uur voor het begin van de eerste training aflopen. Maar ja, met dat gekke nachtschema hier en een training die niet op het hele maar halve uur begint, had ik daar niet aan gedacht…

Dat was dus achteraan aansluiten, met het zachte geklingel van de entreepoortjes als iemand met zijn F1-pas incheckte aanvankelijk een op afstand nauwelijks hoorbaar signaal dat er schot in de zaak zat. Midden op de dag in het snikhete Singapore buiten staan wachten is geen pretje en dat geduld een schone zaak is vergeet je al snel al je baadt in het zweet, maar zoals een Deense collega alsnog koeltjes opmerkte: “We hebben het in elk geval niet koud.”

Eenmaal in het mediacentrum moest collega Peter van Egmond veelbetekenend grinniken toen ik hem over mijn onbedoeld hete begin van de dag vertelde. Want Peter had wél rekening gehouden met de nachtklok. “Ik kom liever niet te vroeg op m’n werk, maar ik probeer dit wel altijd te timen zodat ik net ervoor of erna binnen kom”, lachte de huisfotograaf van FORMULE 1. “Het liefst natuurlijk twee minuten van tevoren. Dat is het mooist, als je zo langs zo’n groep van honderd man loopt. Iedereen denkt ook altijd dat de Formule 1 zo gelikt en modern is, maar dit is een kant ervan die je alleen ziet als je er bent. Wachten alsof je voor de fabriekspoorten staat.”

Als ervaringsdeskundige met bijna 500 Grands Prix op zijn naam, kan Peter het weten. En ik weet nu in elk geval dat ik, met de derde training die zaterdag om zes uur lokale tijd begint, niet stipt om drie uur ’s middags voor de ingang moet staan.

Het dagboek van donderdag lees je onder de foto.

Q&As, meet&greets en interviews in sneltreinvaart

Pierre Gasly is populair sinds van de zomer bekend werd dat hij in 2019 voor het grote Red Bull gaat racen. De agenda van de jonge Fransman staat sindsdien bol met interviews en zijn tijd is kostbaar – zo bleek, toepasselijk genoeg, ook maar weer tijdens een event van Toro Rosso’s horlogesponsor Casio.

Gasly moest woensdagavond als ‘gezicht’ van Red Bull en Toro Rosso opdraven bij de presentatie van een nieuw klokje van de Japanse horlogier, in het eclatante Conrad Centennial Hotel. Hij stond er nog wat afzijdig bij, met Toro Rosso-teambaas Franz Tost en Honda-topman Masashi Yamamoto die de horloges onthulden, maar werd daarna met enig aandringen door de ceremoniemeester als de ster in het midden gezet voor de Q&A en was gelijk op en top een professional.

Veruit de meeste vragen waren ook voor Gasly, die daarna nog een meet & greet moest doen en in sneltreintempo een reeks interviewtjes afratelen waar de tijd per vraag haast met een stopwatch werd gemeten als race tegen de klok. Druk, vond ook Gasly zelf toen we hem welgeteld 1 minuut 51 spraken: “Het leven van een Formule 1-coureur is niet alleen racen in het weekend. Je bent vrij druk, zeker in een land als Singapore. Casio houdt dit event hier vrij vaak, en het is dan gelijk vol gas beginnen op woensdag en met de media op donderdag.”

“Ik denk echter dat ik me er maar klaar voor moet maken, want met Red Bull zal het volgend jaar alleen maar drukker zijn!”, lachte Gasly. De verplichtingen, de druk, drukte en de werkuren met het team: het zijn zomaar wat van de vaak ongeziene dingen die toenemen als je van de middenmoot naar de top gaat. Wie Gasly woensdag aan het werk zag – vriendelijk, to the point en geestig – zal er niet aan twijfelen dat hij daar straks als Red Bull-coureur prima mee om kan gaan. Al zal hij dan waarschijnlijk een TAG Heuer om zijn pols dragen.