Romain Grosjean heeft op zijn iPhone tientallen afbeeldingen van meesterlijke gerechten en desserts staan. Door een noodgedwongen dieet ontwikkelde hij in 2009 een liefde voor koken, naast racen inmiddels zijn grootste passie. “Ik vind het uitdagend een mooi en smakelijk gerecht te bereiden.”

De Formule 1 ligt door de wereldwijde coronacrisis volledig stil. Het is wachten op nieuws van de FIA en de FOM, wanneer wordt er weer gereden? Tot die tijd doet FORMULE 1 een paar keer per week een greep in het rijke archief.

Misschien is het wel iets voor later, een restaurant: Chez Grosjean. Waarom niet? Voorlopig is koken voor de Zwitser, die ook in het bezit is van een Frans paspoort en racet met een Franse licentie, niet meer dan een hobby. Maar wel een heel serieuze. Vorig jaar bracht Grosjean (33) met zijn vrouw Marion Jollès, tv-presentatrice bij de Franse zender TF1, zelfs een kookboek uit met bijdragen van beroemde chefs. Hoog tijd voor een smakelijk gesprek met FORMULE 1.

Romain, waar komt je liefde voor koken vandaan?
“Uit de tijd dat ik een dieet moest volgen om gewicht te verliezen. Na wekenlang bonen en kip te hebben gegeten was ik daar een beetje flauw van. Ik ging recepten opzoeken en me in eten verdiepen. Ik had het geluk dat ik vervolgens een paar chefs ontmoette die van racen en auto’s in het algemeen hielden. Zo werd ik verliefd op koken.”

Waarom moest je op dieet?
“In 2009 werd KERS in de Formule 1 geïntroduceerd. Ik ben vrij lang en was te zwaar, vandaar.”

Koken ontspant me, leidt me volledig af van trainen en racen en geeft gewoon rust

Heb je wat voeding betreft altijd goed voor jezelf gezorgd?
Lacht: “In de beginjaren van mijn loopbaan niet echt, wel sinds ik Formule 1 rijd. Het kwam destijds allemaal een beetje samen: in 2009 ging op mijzelf wonen, begon ik met Marion te daten en vanaf dat moment moest ik mijn eigen eten koken. Ik had thuis ook weleens gekookt, maar was nooit verder gekomen dan een simpel bordje pasta. Alleen voor jezelf koken is ook saai, hè. Dat deed ik nooit, ik nam vaak alleen een salade of bestelde iets.”

Wat vind je zo leuk aan koken?
“Het is een manier om liefde te delen. Ik kook niet alleen voor mijzelf, maar voor vrienden, familie en mijn kinderen. Zo geef ik hun liefde. Ik vind koken vooral leuk als ik de tijd heb om in de keuken te staan, om het eten te bereiden. Het ontspant me, leidt me volledig af van trainen en racen. Het geeft gewoon rust. Daarnaast vind ik het zeer uitdagend om een smakelijk en mooi gerecht te bereiden, iets wat goed is uitgewerkt.”

Lees je kookboeken of gespecialiseerde tijdschriften?
“Zeker. Ik heb een aantal chefs als vriend; zij geven me boeken of recepten. Ook tips, ja. Mijn beste vriend is een chef met twee Michelin-sterren. Als ik aan het koken ben en een vraag heb, bel ik hem op en zeg: hoe doe je dit of dat? Ik ga ook regelmatig kijken in hun keukens om te zien hoe die chefs werken en hun ideeën achter een gerecht te begrijpen.”

Koken is topsport.
“Inderdaad. Het heeft veel overeenkomsten met Formule 1. Iedereen kent de chef die één, twee of drie Michelin-sterren heeft. Dat is in de Formule 1 de coureur die op het podium staat. Maar er staat in beide gevallen een heel team achter. Zonder team zou de chef geen drie Michelin-sterren hebben.”

Wat is je specialiteit?
“Ik maak graag de hoofdmaaltijd, ben niet zo goed in het zoete werk. Daar heb je een enorm goede techniek voor nodig en zo goed ben ik niet. Ik kan wel een verjaardagstaart voor de kinderen bakken, maar voor het zoetere werk ben ik minder geschikt. Bij het bereiden van een hoofdmaaltijd kun je iets creatiever zijn en heb je wat meer vrijheid.”

Je experimenteert dus graag in de keuken?
“Ja, ja, af en toe, zeker als mijn vrienden komen. Dan zegt mijn vrouw weleens: waarom doe je dat? Je bent gek, dat heb je nooit eerder geprobeerd. Dan antwoord ik: rustig maar, het komt allemaal goed. En als het niet smaakt, bellen we gewoon de pizzakoerier.”

Heeft een vriend weleens gezegd: Romain, wat maak je me nu, dit is volstrekt smakeloos?
“Ik heb het eens gehad met een crème brûlée. Die mislukte totaal, doordat ik hem niet lang genoeg in de oven had laten staan. Ik heb het daarna twee jaar niet meer geprobeerd te maken… Weet je, soms zijn gerechten heel goed, soms goed en soms maak ik ze nooit meer. Maar ik heb eigenlijk zelden iets gemaakt waarvan ik dacht: dit is vreselijk slecht.”

Bedenk je zelf ook gerechten of maak je alleen bestaande?
“Het probleem is dat de meeste recepten al zijn uitgevonden. Er is natuurlijk altijd ruimte voor improvisatie en the sky is the limit. Dat heb ik wel gemerkt toen ik chefs in hun keuken aan het werk zag. ‘We gaan dit met dat combineren’, hoor je dan. Op zo’n moment denk ik: dit kan helemaal niet, wat is dat voor combinatie? Maar als je het resultaat vervolgens ziet: ongelofelijk. Zo ver moet je als chef gaan om je te onderscheiden. Ik probeer dingen op mijn manier te doen, er met een twist eigen smaak aan te geven.”

Let je erg op je voeding, wat je binnenkrijgt?
“Diëten en wat wij moeten eten zijn erg interessant, vind ik. Er is veel studie naar gedaan. Een beetje vet is niet zo heel erg slecht, suiker is de grote vijand. Als je goede vetten eet zoals avocado, zalm en olijfolie is dat niet verkeerd. In de Franse keuken wordt veel roomboter gebruikt; dat is minder goed, net als het brood dat erbij wordt geserveerd. Maar op sommige dagen denk ik daar gewoon even niet aan, wil ik genieten van goed eten. Van haute cuisine ja, daar ben ik een groot liefhebber van. Dan eet ik iets met wat meer boter of saus. Eén keer per week verwen ik mijzelf, want je kunt niet de hele tijd honderd procent perfect zijn.”

Eén keer per week verwen ik mijzelf, want je kunt niet altijd honderd procent perfect zijn

Je vrouw is ook een groot fan van koken.
“Meer van eten, haha. Maar ze is vorig jaar ook begonnen met koken. Ze geniet ervan en ik geniet ervan dat ze nu samen met mij in de keuken staat. Of we weleens woorden over het eten hebben? Soms, maar altijd op een leuke manier.”

Hoe kwam het idee bij je op om met Marion een kookboek te schrijven?
“Dat ontstond begin vorig jaar via mijn vriend die chef is. Hij stelde me voor aan een culinair fotograaf, die in 2016 wereldwijd tot de beste in zijn vak werd gekroond en een groot autoliefhebber is. ‘Romain is racer en houdt van koken, misschien kunnen jullie eens gaan praten’, zei mijn vriend. Binnen tien minuten hadden we een akkoord: hij zou de foto’s maken, ik koken en Marion de teksten schrijven. Het was een genot om dat boek te maken. Er staan recepten in van chefs met drie Michelin-sterren, twee Michelin-sterren en van de beste patissiers. Ik houd van de technieken van de chefs, hoe ze werken, het respect dat ze voor hun producten hebben, hun creativiteit en de ingrediënten die ze gebruiken. Wat dat betreft heb ik nog een heel lange weg te gaan.”

Hoe was de respons op het boek?
“Heel goed. We hebben heel veel reacties gekregen, vooral van fans. Veel daarvan zeiden: het voelt alsof we bij de Grosjeans thuis op de bank zitten. Dat is precies wat we graag wilden: met het boek ons persoonlijke leven wat meer openstellen. Zo van: als je bij ons thuis komt, dan is dit wat we eten.”

 5 culinaire dilemma’s

De Franse of Amerikaanse keuken?
“De Franse. De Amerikaanse keuken is heel interessant, veel meer dan een hamburger of een hotdog. Je hebt bijvoorbeeld verschillende soorten barbecues en barbecueën is niet gemakkelijk, maar dat kunnen ze in Amerika heel goed. Toch kies ik voor de Franse keuken, omdat het qua koken meer geschiedenis en traditie heeft.”

Zoet of zout?
“Zout. Daar houd ik meer van dan zoetigheid.”

Bier of wijn?
“Wijn. Een biertje is lekker bij de barbecue, maar als je op niveau kookt, dan past een glas wijn daar beter bij. Ik drink zelf af en toe ook graag een goed glas wijn.”

Zwitserse kaas of Camembert?
“Ik kies voor de Zwitserse kaas. We hebben hele goede kaassoorten en hoewel je die ook in Frankrijk hebt, kies ik niet voor Camembert. Als je nou een andere soort had genoemd, had ik misschien wel voor de Franse kaas gekozen.”

Als dessert: taart of ijs?
“Zal ik je een geheimpje verklappen? Ik ben stapelgek op ijs. Geef me vijf bollen ijs en ik eet ze op tot ik er ziek van word. Ik ben eraan verslaafd. IJs en kaas zijn gevaarlijk voor mij. In Italië heb ik met mijn vrouw en vrienden eens een coupe D’Amici gehad; dat waren veertien bollen ijs om samen op te eten. Toen we die op hadden zat ik zo vol… Ik dacht: pff, dat had ik echt niet moeten doen, maar ik kon gewoon niet stoppen.”