Van de ultratrage hairpin van Monaco tot de supersnelle 130R van Suzuka: een kleine rafel aan de perfectie en je rondje is verprutst. De ene bocht spreekt meer tot de verbeelding dan de andere en sommige kennen een status van bijna mythische proporties. De naam alleen al boezemt ontzag in: Eau Rouge.

Door Roel Kuiper

Eerst een wijdverbreid misverstand uit de weg ruimen. Velen denken dat Eau Rouge de even snelle als steile rechterbocht is aan de noordoostkant van het circuit. Dat is Raidillon. Eau Rouge, genoemd naar de roestkleurige rivier die onder het circuit door loopt, is het korte knikje naar links dat voorafgaat aan Raidillon. Binnen het oorspronkelijke circuit van Spa-Francorchamps, in de periode 1920 tot 1939, was Eau Rouge een veel langere en haakse bocht, die overging in een haarspeldbocht met de naam l’Ancienne Douane.

Spa ontleende zijn faam voor een belangrijk deel aan de hoge snelheden. Om het niet van andere Europese circuits te verliezen, besloot men in 1939 de trage haarspeld af te snijden door een nieuwe bocht aan te leggen: Raidillon, wat in het Frans steil pad betekent. Met deze verandering werd de mythische links-rechts-linkscombinatie een feit. Op de circuitplattegrond gaat het om bocht 3, 4 en 5: Eau Rouge, Raidillon en een bocht zonder naam die aansluit op het rechte stuk van Kemmel.
(tekst loopt door onder de foto)

De beroemde bochtencombinatie in 1962.

Moed beteugelen
De huidige Formule 1-auto’s zijn aerodynamisch zo doorontwikkeld dat het voor de coureurs goed mogelijk is om plankgas door Eau Rouge en Raidillon te gaan. In vroeger tijden was dat wel anders. Liften en terugschakelen waren absolute noodzaak, evenals de beteugeling van een teveel aan moed. En niet alleen omdat de techniek van de auto’s nog tekortschoot voor een flat-out, ook de veiligheid liet te wensen over. Eau Rouge en Raidillon waren bepaald geen uitzondering.

Onveilige circuits en hoge snelheden: het bleek een dodelijke mix: in de jaren zestig en zeventig vielen er met grote regelmaat slachtoffers onder coureurs én publiek. Onder aanvoering van Jackie Stewart, die in 1966 op Spa een bijna-dodelijke crash had, werd er druk uitgeoefend om de veiligheid te verbeteren. Dat leidde in 1969 tot een rijdersboycot van de GP op Spa, de opmaat bleek voor een lange Formule 1-loze periode daar. Pas in 1983 volgde de terugkeer op het Ardense circuit, dat toen nog ‘maar’ 6,97 kilometer lang was. Terug naar Eau Rouge en Raidillon, terug naar de essentie. De honger was nooit weggeweest.
(tekst loopt door onder de foto)

De klim heuvelop in 1988.

Plankgaspioniers
De veiligheidsmaatregelen die in de tussentijd en sindsdien zijn doorgevoerd, betekenen nog niet dat de bochtencombinatie geen respect meer verdient, want zelfs nu nog gaan rijders er hard af. Zo belandde Kevin Magnussen in 2016 op topsnelheid in de bandenstapels toen zijn Renault bij uitkomen Raidillon aan de achterkant licht uitbrak en hij te heftig corrigeerde. Van zijn wagen bleef niet veel over, zelf kwam hij ervanaf met een lichte enkelblessure.

Iets verder terug in de tijd, in de jaren negentig, waren er ook forse crashes. Jacques Villeneuve presteerde het zelfs om in twee opeenvolgende edities, 1998 en ’99, keihard van de baan te gaan. Ook hij hield geen schrammetje over aan de verwoestende klappers. Datzelfde gold voor Ricardo Zonta, die tijdens de kwalificatie van 1999 de crash van Villeneuve bijna perfect kopieerde. Geen toeval: de twee waren teamgenoten bij BAR en hadden elkaar uitgedaagd Eau Rouge en Raidillon zonder liften te nemen.
(tekst loopt door onder de foto)

Villeneuve’s wrak na zijn crash in 1999.

Villeneuve en Zonta behoorden tot de plankgaspioniers, toen flat-out gaan veelal nog geen optie was omdat de techniek de topsnelheid van de wagens niet in het gareel kon houden. Maar hoe wordt de legendarische slinger in het Spa-circuit tegenwoordig beoordeeld? Het machtige gevoel en ontzag zijn nauwelijks aan erosie onderhevig, getuige de beschrijving van een van de beste coureurs van het moment. “Eau Rouge is briljant”, zegt Max Verstappen. “Het is echt niet gemakkelijk om het gaspedaal helemaal ingedrukt te houden. Als je een kleine fout maakt, breekt de auto uit, zeker een zware auto vol brandstof. Het is plankgas, maar wel op de limiet.”

En dan die sensatie, verwoord door Lewis Hamilton: “Als je er plankgas in vliegt, als je tot de bodem gaat, dan zakken je ingewanden. En daarna, als je de top bereikt, komen ze weer omhoog, en dat voelt alsof alles door je mond naar buiten komt.” Een soort achtbaan dus, maar een stuk extremer: welkom in Eau Rouge.

In de Spa Special van FORMULE 1 Magazine, die je gratis bij FORMULE 1 Nr. 12 krijgt, lees je alles over de GP van België én een exclusief interview met Max Verstappen. Verder vind je alle informatie die je nodig hebt voor het Belgische Grand Prix-weekend. FORMULE 1 nr. 12 met Spa Special is nu in de winkel te koop of hier te bestellen!