Marcus Ericsson verliest na dit seizoen zijn zitje bij Sauber, maar wil wel blijven racen. De Zweed denkt daarom aan een avontuur in Amerika, of anders Japan. In 2020 wil hij echter weer op de Formule 1-grid staan.

Hoewel Ericsson volgend jaar wel bij Sauber in de boeken blijft staan als testrijder en ambassadeur, wil de coureur uit Örebro ook blijven racen en zijn voorkeur gaat daarbij uit naar de Indycars. “Ik heb dat altijd een cool kampioenschap gevonden. Er wordt geweldig in geracet, het lijkt fun. Iedereen die je spreekt die er al rijdt, is ook altijd heel positief over hoe competitief het veld is en hoe goed de sfeer is.”

Ericsson is al met een aantal teams in gesprek en noemt Indycar zowel ‘de meest aantrekkelijke optie’ als ‘een realistisch doel’. Er is echter nog niks rond en behalve Indycar is ook de Japanse Super Formula een optie. Ericsson heeft een verleden in Japan – hij won in 2009 het Japans Formule 3-kampioenschap – en coureurs als Stoffel Vandoorne en Pierre Gasly hebben die klasse de laatste jaren gebruikt als opstapje naar de Formule 1.

Voor Ericsson is het belangrijk dat hij in éénzitters kan blijven racen, al loopt hij niet erg warm voor de Formule E. “Een interessante klasse en daarom een optie die ik open hou, maar qua rijden sluit het denk ik minder goed aan bij de Formule 1.” Uiteindelijk blijft een comeback in de Formule 1 namelijk het doel voor de 28-jarige Zweed. “Daarom wil ik ook scherp blijven in een andere klasse met snelle auto’s. Ik zie mezelf nog wel terugkeren in de Formule 1.”