Marcus Ericsson heeft toch wel enkele weken in spanning gezeten over zijn toekomst, zo erkent de coureur die in 2018 toch weer een plekje op de grid heeft.

Ericsson moest voor zijn Sauber-zitje vrezen door de nauwere samenwerking van het team met Ferrari, dat zodoende meer inspraak zou krijgen. Als gevolg hiervan stond achter de schermen al enige tijd vast dat Ferrari-pupil Charles Leclerc een Sauber-zitje zou krijgen, terwijl het gerucht ging dat ook Antonio Giovinazzi wel eens op voorspraak van Ferrari bij Sauber terecht zou kunnen komen.

Afgelopen zaterdag, enkele dagen nadat bekend was gemaakt dat het aan Ferrari gelieerde Alfa Romeo de komende jaren titelsponsor van Sauber is, maakte het team uit Hinwil echter bekend dat Ericsson zijn zitje houdt. “Het is fijn dat alles nu rond is, want ik ben wel een paar weken nerveus geweest”, vertelt Ericsson zelf aan het Zweedse Teknikens Världs.

Ericsson mag zich zo opmaken voor zijn vierde jaar in dienst van Sauber en zijn vijfde seizoen in de Formule 1, nadat hij in 2014 bij Caterham debuteerde. “Ik heb het tot op heden niet makkelijk gehad in deze sport, want het is moeilijk om te laten zien wat je kan als je altijd met auto’s rijdt die op de achterste rij van de grid horen.”

“Nu Sauber met Alfa Romeo gaat werken, heb ik hopelijk voor het eerst de kans verder vooraan mee te doen”, zegt Ericsson, die door zijn sponsoren op zijn beurt overigens nauwe banden heeft met Sauber-eigenaar Longbow Finance. “Het ziet er goed uit voor de toekomst bij dit team en het voelt alsof we volgend seizoen al een meer competitieve auto zouden moeten hebben.”

Ericsson (rechts) met Leclerc. “Hij is een super goede coureur en zal een zware tegenstander zijn”, weet Ericsson. Foto: Sauber.