Sauber-coureur Marcus Ericsson wijt zijn uitvalbeurt bij de Grand Prix van Monaco aan remproblemen. De Zweed had bovendien koude banden, wat ervoor zorgde dat hij crashte achter de safetycar. 

Na de aanrijding tussen Ericsson’s teamgenoot Pascal Wehrlein en Jenson Button werd de race geneutraliseerd onder de safetycar. De Zweed lag op dat moment een ronde achter en mocht de auto van Bernd Mailander inhalen om weer achter aan te sluiten. In Sainte Devote probeerde hij er voorbij te gaan, maar knalde hij ongelukkig in de muur.

“Ik had wat problemen met de remmen”, zegt Ericsson tegen Autosport. “Voor de safetycar-periode begonnen de remmen al oververhit te raken. Toen ie op de baan was, reed ik erg langzaam en werden ze echt heel heet. Het rempedaal werd langer en langer en ik kon ‘m niet meer gebruiken. Toen ik de safetycar mocht inhalen werkten mijn remmen niet goed en waren mijn banden ijskoud. Ik kon de auto niet meer tegenhouden.”

Ericsson

Mag je een keer inhalen tijdens de safetycar, crash je. Het overkwam Marcus Ericsson in Monaco.

Ericsson kampt naar eigen zeggen al langer met het probleem van koude banden. “Ik heb dat wel vaker dit jaar, dat de banden te conservatief zijn. We hebben het dit weekend weer gezien, elke keer als je afremt verlies je zo veel temperatuur. Dan moet je hard werken met de remmen om weer temperatuur in je banden te krijgen. Daarom crashte ik.”