De FIA is niet ingegaan op de oproep van Red Bull-teambaas Christian Horner om de motorregels voor 2018 te versoepelen, om zo het aantal gridstraffen terug te dringen. De motorregels worden, zoals gepland, aangescherpt.

Horner riep de regelgever van de Formule 1 recentelijk openlijk op om het aantal straffeloos te gebruiken motorexemplaren per coureur per seizoen niet verder aan banden te leggen, maar de FIA doet dit toch.

Elk motorexemplaar is, conform het reglement, opgedeeld in zes onderdelen: de verbrandingsmotor, turbo, MGU-H, MGU-K, het energieopslagsysteem en de ECU. Elke coureur mag dit jaar maximaal vier stuks van elk onderdeel gebruiken alvorens er gridstraffen volgen voor het wisselen daarvan.

In 2018 wordt het aantal vrij te gebruiken motoronderdelen echter definitief verder beperkt, zo heeft de World Motor Sport Council van de FIA woensdag bevestigd met haar besluit om de regels zoals gepland door te voeren.

Dit betekent dat elke coureur volgend seizoen nog maar drie exemplaren van de verbrandingsmotor, turbo en MGU-H mag gebruiken, terwijl voor de MGU-K, energieopslag en ECU een limiet van twee geldt. Gaat een coureur hier overheen, dan volgen dus de veelal gewraakte gridstraffen.

De FIA heeft deze regels eerder echter opgesteld om de kosten terug te brengen. Als er minder motoronderdelen gewisseld mogen worden, moeten motoren niet alleen duurzamer zijn, maar kunnen fabrikanten ook minder updates brengen, hetgeen de wapenwedloop op motorisch vlak moet inperken.

Halo
Behalve dat het de motorregels heeft aangescherpt, heeft de FIA de teams ook van nieuwe informatie voorzien omtrent de eisen waar de halo aan moet voldoen. De omstreden ring om de cockpit wordt in 2018 ingevoerd om coureurs meer hoofdbescherming te bieden.

Demo’s
Een andere reglementswijziging stipuleert dat teams vanaf 2018 bij demonstraties gebruik mogen maken van 2018- of 2017-auto’s. Tot op heden mochten daarvoor alleen auto’s gebruikt worden die enkele jaren oud zijn. De Formule 1 zet er ook op in meer demo-events te houden.

Superlicentie
Wat verder verandert, is het superlicentiesysteem. De toekenning van de vereiste punten (uiteindelijk zijn er 40 nodig voor een superlicentie) is verder toegespitst op de Formule 2. Dit om het belang van de F2 als primaire opstapklasse te onderstrepen en voor een duidelijkere ‘ladder’ naar de F1 te zorgen.