Door tyfoon Hagibis wordt er vandaag niet gereden op Suzuka en is het circuit gesloten. Een mooi moment om in ons archief te duiken en terug te gaan naar een jaar dat het ook regende, maar er genoeg actie was: 1995, toen Michael Schumacher de titel al binnen had en nog even een masterclass gaf op een nat Suzuka.

Ook als hij voor spek en bonen meedoet omdat hij toch al kampioen is, is Michael Schumacher niet te kloppen in Japan. De Benetton-coureur is op Suzuka een klasse apart in zowel de kwalificaties als de race, met pole, de snelste ronde en de zege.

Aangezien Schumachers teamgenoot Johnny Herbert als derde over de streep komt op Suzuka, waar de weeromstandigheden wisselvallig en verraderlijk zijn, legt Benetton ook gelijk beslag op de constructeurstitel. Tot ergernis van Williams-teambaas Frank Williams, krijgt Benetton de hoofdprijs voor teams praktisch cadeau door dure fouten van zijn coureurs.

Damon Hill, die een week eerder de strijd om de rijderstitel al verloor, komt eerst nog een keer met de schrik weg na een uitschieter in de Spoon Curve, maar vergaloppeert zich in ronde 41 nogmaals in dezelfde bocht en moet de strijd staken. Pijnlijk genoeg heeft teamgenoot David Coulthard zichzelf een rondje eerder ook al uitgeschakeld, in diezelfde bocht… Op de klacht van Coulthard dat zijn fout komt doordat het regent, heeft Williams een duidelijk weerwoord: “Dat doet het voor Schumacher ook!”

Dat Spoon een verraderlijke bocht is in de regen, blijkt wel uit het wagenpark aan gestrande auto’s dat er na afloop staat: het is ook waar Heinz-Harald Frentzen, Mark Blundell, Pedro Diniz en Eddie Irvine hun race in het grind eindigen.

Wie het in tegenstelling tot bovengenoemde coureurs wel op de heupen hebben, zijn Ferrari-coureur Jean Alesi en McLarens Mika Häkkinen. Na het inlossen van een tijdstraf voor een vermeende valse start en een vroege stop in rondje zeven, toont Alesi wederom zijn veelgeprezen kunnen als regenrijder.

De Fransman danst op slicks over het gladde asfalt, terwijl de rest nog op regenbanden rijdt. Op een steeds droger wordende baan vindt Alesi zelfs als zijn collega’s inmiddels ook op slicks zijn overgestapt nog steeds meer tijd dan wie dan ook. De naar voren geraasde Ferrari-coureur heeft koploper Schumacher, in 1996 zijn opvolger bij de Scuderia, zelfs al in het vizier, maar dan gaat in ronde 33 zijn auto stuk.

Door de pech van Alesi schuift Häkkinen door naar P2, maar zelfs zonder dit meevallertje rijdt de Fin een ijzersterke race. De McLaren-coureur weet het hele weekend lang boven zijn weinig competitieve MP4-10 uit te steken en volgt een knappe derde startplek op met zijn tweede podiumplek van het seizoen. “Dit was mijn beste race tot nu toe”, durft Häkkinen zelfs wel aan. “De auto en motor deden het hier ook prima. Dit geeft hoop voor de toekomst.”

Hoe de toekomst van constructeurskampioen Benetton er zonder Schumacher uitziet – die heeft aangekondigd in 1996 naar Ferrari te gaan – is ondertussen een vraag die niemand bij het team uit Enstone wil stellen in Japan. Eerst is het tijd voor feest, weet een trotse teambaas Flavio Briatore: “We hebben gedurende het hele jaar een ongelofelijke graad van perfectie bereikt.”