Uit sporteconomisch oogpunt is ‘de kans op succes’ voor de Grand Prix van Nederlander in Assen groter dan in Zandvoort. Dat stelt Pieter Nieuwenhuis van adviesbureau Hypercube in De Nationale Autoshow van BNR.

Nieuwenhuis – directeur van Hypercube, dat een flink aantal (inter)nationale voetbalclubs, -bonden en -competities als klant heeft – legt ook uit waarom Assen volgens hem ‘uiteindelijk’ een betere optie is: “Omdat Assen al een internationaal evenement herbergt van 130.000 mensen en de terugverdiencapaciteit groter is.”

Daar komt volgens Nieuwenhuis verder nog bij dat heel Nederland weliswaar wegloopt met Max Verstappen, maar de kans groot is dat het circuit dat de Grand Prix van Nederland moet houden uiteindelijk ook afhankelijk wordt van buitenlandse fans. Dit vanwege de benodigde investeringen en aanpassingen die op termijn gedaan moeten worden. “En die buitenlandse liefhebbers zijn in Assen makkelijker te accommoderen.”
(tekst loopt door onder de foto)

Nieuwenhuis vindt het wel raar dat ’twee dorpen honderd kilometer van elkaar’ proberen een Grand Prix binnen te halen, maar vanwege de ligging van Assen en de historie van Zandvoort is het nou eenmaal niet anders, weet hij. “Al zou je eigenlijk vroeg in die wedstrijd”, zegt hij over de strijd om een plek op de kalender, “al moeten weten waar je dat ding wil hebben.”

Lees ook: FOM zet Nederlandse GP voor 2020 op kalender: Zandvoort of Assen?

Wie trekt de knip?
Wat het financiële plaatje betreft is het volgens Nieuwenhuis essentieel dat de (lokale) overheid het belang van een Grand Prix ook inziet. En hoe zit dat? “De kans dat in Noord-Holland de knip opengaat voor de infrastructuur van een hyperdure, met luxe overgoten instantie is niet zo groot”, zegt hij over Zandvoort.

Video – een virtuele ronde Zandvoort in de RB14

“Ik denk dat het logischer is dat een provinciale overheid in Oost-Nederland zegt er volop in te gaan”, doelt Nieuwenhuis op Assen en omgeving. Dit omdat er daar volgens hem simpelweg minder evenementen en activiteiten zijn om in te investeren – en er dus ook minder andere evenementen door ‘verdrongen’ worden.

Video – Een virtuele ronde Assen in de RB14

De staat betaalt (een deel)
Over overheidsgeld gesproken, is het net als in België ondenkbaar dat er in Nederland een Grand Prix komt zonder dat de staat meebetaalt. Dat zegt Stijn de Boever, sales director & event coördinator van de Grand Prix op Spa-Francorchamps, in De Nationale Autoshow. “Je verdient alleen aan tickets en hospitality. Dat is het. De rest is voor de Formule 1.”

De Grand Prix van België draait volgens De Boever dan ook vijf miljoen per jaar verlies, omdat het onvermijdelijk is dat er met kosten als de hosting fee en circuitonderhoud een gat in de begroting ontstaat. De Waalse regio betaalt het verschil. “Al verdienen ze wel terug op deze investering”, benadrukt De Boever, doelend op de positieve economische impuls die de Grote Prijs de omgeving geeft door horeca, hotels, belasting, etc.

Maar toch: er zal geld bijgelegd moeten worden. Dat gebeurt overal en Nederland zal daar volgens De Boever geen uitzondering op zijn. “Ik denk dat er geen een land is dat een Grand Prix helemaal ‘privé’ organiseert. De staat zal altijd bijspringen.”