Volgens Lewis Hamilton is de titelstrijd die hij met zijn Mercedes-teamgenoot Nico Rosberg uitvecht te vergelijken met een vreemd pokerspel waarin ze allebei noodgedwongen open kaart spelen.

Hamilton vocht in zijn debuutjaar 2007 bij McLaren gelijk om de titel met zijn toenmalige teamgenoot Fernando Alonso – wat op een ramp uitliep – en Ferrari-coureur Kimi Räikkönen, die uiteindelijk met de kroon aan de haal ging.

Een jaar later had Hamilton binnen McLaren in de strijd om het kampioenschap niets te duchten van Alonso’s vervanger Heikki Kovalainen, en was Ferrari-rijder Felipe Massa de rivaal met wie hij om de titel vocht, wat – nipt, in de laatste bocht van de laatste race – in het voordeel van Hamilton uitpakte.

Sindsdien bleek Hamilton kansloos voor de titel in 2009, had hij in 2010 zijn toenmalige teamgenoot Jenson Button onder controle, kende hij een zwaar 2011 en was hij in 2012 en vervolgens 2013 – zijn eerste jaar voor Mercedes – nimmer tot aan het eind van het seizoen een serieuze titelkandidaat.

Dit jaar, met de dominante Mercedes W05-bolide, is dat wel het geval en Hamilton heeft al enkele felle duels uitgevochten met Rosberg en de relatie tussen de twee ’teammakkers’ is ook al behoorlijk onder druk komen te staan, wat het al met al een compleet andere situatie maakt voor Hamilton dan hij zich kan herinneren van zijn laatste serieuze titelcampagnes.

“De strijd is dit jaar een stuk intenser”, zo wordt hij door ESPNF1 geciteerd. “Dat komt omdat ik, toen ik bijvoorbeeld tegen Räikkönen of Massa streed, bij een ander team zat dan die jongens en dus een andere auto had, met verschillende sterke en zwakke punten.”

“Daarnaast was ik degene die het toen moest doen voor het team, terwijl ik nu een direct duel uitvecht met mijn teamgenoot Nico, die over een identieke auto beschikt en toegang heeft tot dezelfde data en feedback als ik.”

“Dat maakt het een stuk lastiger ergens voordeel te pakken, want het is een beetje als poker spelen, met het verschil dat Nico en ik elkaars kaarten kunnen zien en het daardoor enorm lastig is elkaar te verslaan. Dit maakt de uitdaging echter ook een stuk groter, want aangezien we elkaar continu beter maken, moeten we telkens een grotere stap vooruit zetten dan de ander om te winnen.”