In de rubriek ‘het startnummer’ pakt Formule 1 voor elke dag van de maand januari het bijbehorende startnummer erbij. Aan de hand daarvan diepen we herinneringen op en/of laten we onze gedachten de vrije loop over bijbehorende coureurs, teams en momenten.

Webber vocht bij Red Bull in zijn latere jaren tegen een rol die bij zijn startnummer hoorde: als nummer twee.

Not bad for a number 2 driver“, beet Mark Webber de Red Bull-teamleiding in 2010 op Silverstone toe, nadat hij als eerste over de streep kwam. Webber was titelkandidaat, maar had het gevoel dat het team hem als tweederangsburger behandelde, wilde dat hij tweede viool speelde voor Sebastian Vettel, met wie Webber de nodige aanvaringen had gehad. Toch was het niet het nummer 2 dat op Webbers bolide stond, hij reed met 6. Met Webbers titelcampagne in 2010 uiteindelijk zonder succes en uitgerekend Vettel die dat jaar én de drie seizoenen erna kampioen werd, diende Webber zich in die opvolgende jaren met hand en tand te verzetten om niet te worden wat toen wél op zijn auto stond: een 2.

In 2008 reed hij met 23, in 2009 voelde Kovalainen zich met 2 steeds meer de tweede man bij McLaren.

De 2 is voor veel coureurs een vloek, een ongeluksnummer. De tweede is immers de eerste verliezer. De 2 hoort, uitzonderingen daargelaten voor wie op gelijke voet met een titelverdediger kan staan, aan echte tweede rijders toe. Zoals Stefan Johansson, Gerhard Berger, Johnny Herbert, Rubens Barrichello, Heikki Kovalainen. Misschien doen we ze te kort, maar kampioen werden ze geen van allen. Ze droegen nooit de 1 en, zo erkende Kovalainen jaren later op de site van McLaren, waarvoor hij in 2009 met nummer 2 reed: “Ik haalde minder uit de auto dan Lewis Hamilton en toen hij bepaalde updates vervolgens eerder kreeg, deed dat toch wat met me.” De Fin voelde zich steeds meer tweede man. “Ik had het moeten negeren, maar reed gewoon niet zo goed als ervoor.”

Zoals het toeval het wil, heeft Hamilton nu, negen jaar later, weer een Fin naast zich, en Vettel ook. Nu coureurs zelf startnummers kiezen, rijden Valtteri Bottas en Kimi Räikkönen met 77 en 7, maar eigenlijk zijn ze nummers twee. Natuurlijk, ze zullen begin 2018 roepen voor eigen kansen te gaan, hun kopmannen (soms) onder druk zetten en waarschijnlijker dan niet zelfs races winnen, maar normaal gesproken beginnen rond de zomerstop de bekende vragen weer: moeten Bottas en Räikkönen in dienst van hun nummers één rijden?

Vandoorne koos zelf voor startnummer 2.

Ondertussen heeft één iemand de 2 daadwerkelijk op de auto. Dat is, zo wil het toeval, weer een McLaren-coureur: Stoffel Vandoorne. Het lijkt apart, een coureur die zelf de 2 kiest. “Maar het was mijn eerste nummer in de autosport, het werd me gegeven in de Formule 4, in 2010. Een goed jaar, met goede herinneringen.” In zijn tweede Formule 1-seizoen zal hij echter moeten bewijzen meer te zijn dan een nummer twee, met in Fernando Alonso een absolute nummer één naast zich.

Hij kan een voorbeeld nemen aan Indycar-coureur Josef Newgarden, die in 2017 bij Penske binnenkwam en de 2 kreeg toebedeeld. Newgarden reed en gedroeg zich echter niet zo. Met vier zeges, waaronder eentje dankzij een brutale inhaalactie op teamgenoot en titelverdediger Simon Pagenaud, werd hij kampioen. Voor 2018 mag hij kiezen of hij de 1 of de 2 wil.

Eén keer raden wat het wordt.