In de rubriek ‘het startnummer’ pakt Formule 1 voor elke dag van de maand januari het bijbehorende startnummer erbij. Aan de hand daarvan diepen we herinneringen op en/of laten we onze gedachten de vrije loop over bijbehorende coureurs, teams en momenten.

Gilles Villeneuve houdt niet van de Formule 1-wagens zoals ze in 1982 zijn. “Er zijn momenten”, vertelt hij in het blad Rally-Racing in het voorjaar van dat seizoen, “wanneer je instuurt en de auto tegelijkertijd over een hobbel springt, dat het zwart voor mijn ogen wordt. Je ziet alles in een waas. De middelpuntvliedende kracht is ondraaglijk geworden, het sturen gaat zwaar, als in een vrachtwagen. Je rug, je benen, je hoofd slaan steeds tegen de zijkant, alles doet zeer…als er iets fout gaat, heb je gewoon geen tijd meer om te reageren. De twee sets kwalificatiebanden maken alles nog gevaarlijker. De baan moet leeg zijn als ik mijn kamikazeronde doe; is ze dat niet, dan kan ik alleen maar hopen dat alle anderen in hun spiegels kijken. Ik kan niet van het gas gaan, omdat ik daarmee mijn enige kans op een snelle tijd zou verspelen.”

Hij wordt een wonderkind genoemd, een toekomstig wereldkampioen- maar in zijn vierde volledige seizoen als Formule 1-coureur is hij dat nog altijd niet. De Ferrari is alleen in 1979 goed genoeg om kampioen mee te worden, maar dat jaar is het Jody Scheckter, en niet Villeneuve die de titel pakt. In 1982 zijn de voortekenen goed. Villeneuve leidt in Brazilië, maar spint uit de race. In Long Beach eindigt hij als derde, maar de truc van Ferrari om de maximale breedte van de achtervleugel te omzeilen resulteert in een diskwalificatie. Dan volgt Imola.

De race is het oog van de storm die de FISA FOCA-oorlog heet. Brabham, McLaren, Williams en Lotus boycotten de race, Ferrari heeft geen serieuze concurrentie. De race wordt een onderonsje tussen Ferrari-teamgenoten Didier Pironi en Gilles Villeneuve, die tegen het eind opdracht krijgen gas terug te nemen en het materiaal te sparen. Raceleider Villeneuve veronderstelt dat dit betekent dat zijn overwinning veilig is, maar Pironi haalt hem in en wint de race. Villeneuve is furieus: “Vanaf nu praat ik niet meer met hem, en in 1983 zal Ferrari moeten kiezen: Pironi of ik!”

Dan volgt Zolder. Op vrijdag belt Villeneuve naar huis naar zijn vrouw Joann. “De auto is goed, ik kan hier winnen”, zegt hij. Over Pironi: “niemand dwingt me met hem te praten, verder doet iedereen heel normaal. Ik geef mijn antwoord op de baan.”

Een dag later, nog zeven minuten en de kwalificatie is voorbij. Villeneuve is bezig met zijn vliegende ronde. Pironi heeft zojuist een tijd gereden die sneller is dan die van Villeneuve. Hij nadert de March van Jochen Mass, die met zijn uitloopronde bezig is. Later zegt Mass dat hij nauwelijks iets heeft gemerkt van de botsing. Het linkervoorwiel van de Ferrari raakt de rechterachterband van Mass’ auto en Villeneuve stijgt op. Bij het neerkomen breekt de Ferrari in twee stukken, Villeneuve wordt eruit geslingerd, nog vastgesnoerd aan zijn stoeltje maar zonder helm.

’s Avond om twaalf minuten over negen is Gilles Villeneuve dood. Bij de begrafenis een paar dagen later is Jacques Laffite als enige coureur aanwezig. Niki Lauda zegt: “de snelste van ons allemaal is weg.” In Maranello wordt een straat naar de coureur vernoemd, maar de bordjes Via Gilles Villeneuve zijn binnen een paar dagen meegenomen door fans. De straat heet nog altijd zo: wie hem uitloopt, komt uit bij de hoofdingang van Fiorano, Ferrari’s testcircuit.