Als coureur wist hij in de Formule 1 niet te overtuigen. Als ex-coureur maakt Jolyon Palmer wél naam in de sport waar hij kort nadat hij zijn helm aan de wilgen hing, helemaal klaar mee was. De Brit wordt geprezen om zijn scherpe en nuchtere commentaar en analyses voor de BBC. “Mijn werk is vrij simpel: naar de races kijken en zeggen wat ik zie.”

Als Jolyon Palmer zondag 8 oktober 2017 op Suzuka uit zijn Renault-bolide klautert, is hij er klaar mee. Die hele Formule 1 – hij is net als twaalfde gefinisht – kan hem gestolen worden. Na maanden van speculatie over zijn toekomst, werd een dag eerder bekendgemaakt dat de Grand Prix van Japan zijn laatste zou zijn. Het laatste waar hij aan denkt als hij de paddock die zondag uitwandelt, is dat hij in 2018 ‘gewoon’ weer in de Formule 1 rondloopt. “Ik dacht toen dat ik nooit meer in de Formule 1 zou werken.”

Palmer in 2017 als coureur van Renault.

Palmer heeft vanaf 2018 wel een hele andere baan. De helm en handschoenen worden ingeruild voor een microfoon en commentaarhokje; de overall en teampolo voor jeans en een T-shirtje. Vanaf 2018 is hij ‘expert’ bij de BBC. Of zoals hij het met gevoel voor understatement omschrijft: “Iemand die mensen probeert te vertellen wat er gebeurt, met een beetje kennis.” Zoals zoveel ex-coureurs, verdient Palmer zijn geld met praten. Als co-commentator en analist, en in de BBC’s populaire podcast. Terugblikkend, verbaast het hem dat hij zo snel weer in de paddock aan de slag was. “Want toen ik bij Renault stopte, genoot ik niet meer van het rijden. De situatie binnen het team was vrij toxic en ik had niks met alle politiek. Ik was eigenlijk zelfs een beetje burned out.”

Belletje van de BBC

Na zich jarenlang blindstaren op de Formule 1 – eerst terwijl hij de autosportladder beklom, later toen hij de hoogste trede eenmaal had bereikt – was afstand nemen eind 2017 wel even lekker. “Want er is meer in het leven”, weet Palmer, die sowieso ‘nooit iets had met het jetsetleven’ rondom de koningsklasse. “Ik heb ook nooit in Monaco gewoond, ben altijd in Engeland gebleven in de buurt van mijn familie en vrienden. Ik geniet juist van the simple things, zoals je vrienden zien en naar de pub gaan.” Hij had er nog wel wat dagen mee kunnen vullen, maar toen volgde in de winter van 2018 dat belletje van de BBC. “En ik had eigenlijk niks anders te doen, dus zei: sure.”

Het telefoontje kwam niet helemaal uit het niks, net zoals werken in de media niet helemaal nieuw was. Toen Palmer in 2015 als Lotus-reserve aan de zijlijn stond, gaf hij al tijdens een aantal trainingen commentaar bij Sky Sports en de BBC, terwijl hij co-commentator was bij de GP2. “Ik kende de mediawereld dus al en vond commentaar geven best vermakelijk. Tel erbij op dat ik net uit de Formule 1 kwam en wist wat er speelde, en het was een makkelijke overstap.” Ook omdat hij zijn BBC-collega’s al jaren kende: presentator Jennie Gow en commentator Jack Nichols. “Een geweldig team. We zijn maar met z’n drietjes, dus we zijn een klein team, maar ze zijn allebei good fun en heel goed in wat ze doen. Dat maakt mijn werk ook een stuk makkelijker.”

Palmer met ex-collega Ericsson. Zijn relatie met coureurs is nu meer ontspannen.

Het belangrijkste aspect van dat werk is een race lezen en inzicht geven in het doen, denken en laten van coureurs. Zijn relatie met zijn ex-collega’s is daarbij meer ontspannen dan toen hij zelf nog reed. “Want ik ben geen tegenstander meer voor ze. Daarnaast ben ik zelf sowieso meer relaxed, want ik ben een stuk relaxter als ik op circuit kom!”, lacht hij. Palmer kan ook lachen, want – zo geeft hij toe – met een stuk minder verplichtingen op de agenda, komt hij ook een stuk later op circuit. “En ik ga vrij vroeg weg! Ik moet zeggen: toen ik voor het eerst terugkwam, dacht ik dat het vreemd zou zijn. Daarvoor was ik immers altijd als coureur op circuit, moest ik rijden of probeerde ik ergens een zitje te krijgen. Maar het voelde al snel normaal. Het is best verrassend hoe snel je een ex-coureur wordt.”

Biertjes en burgers

Als ex-coureur kan Palmer zich meer vrijheden permitteren. Het keurslijf is afgeschud. “Ik kan en mag nu een biertje drinken – en heb er over het algemeen de laatste tijd ook te veel gehad!”, grapt hij. “Ik heb ook te veel gegeten, te veel hamburgers… Ik geniet van de dingen die ik mezelf eerst moest ontzeggen. Maar ik doe dat nu al een tijdje en moet gaan opletten dat ik niet te dik word!”

Van het leven genieten is natuurlijk een pre, maar het leven als ‘expert’ kan qua kick natuurlijk niet tippen aan dat als coureur. “Werken in de media is in dat opzicht niet hetzelfde, nee. Ik denk ook niet dat je dat fantastische gevoel van bijvoorbeeld een geweldig kwalificatierondje kan evenaren. No way. Maar wat het wel is: je hebt ook niet zulke grote dieptepunten. Als ik tijdens een race iets verkeerd zie en roep, is dat bij lange na niet zo erg als crashen.” Nog altijd denkt Palmer dat er ‘meer in het leven is dan de Formule 1’. “Maar ik geniet weer van de sport.”

Palmer toen hij nog aan de andere kant van de microfoon zat, als coureur.

De andere kant

Zijn werkdagen binnen de Formule 1 zijn nu meer steady, met minder ups-and-downs. “Je hebt nog steeds momenten waarop je een goede of slechte job doet, maar het is ook anders omdat er nu niet duizend mensen achter de schermen aan je Formule 1-auto werken. De druk is lager. Mensen winden zich er minder over op.” Daarnaast heeft hij afstand genomen. “Ik zie het leven nu vanaf de andere kant. Als coureur had ik geen moeite met de media, behalve als het slecht ging: dan haat je de media”, zegt hij (half) schertsend. “Zelfs eind 2017 vond ik de journalisten met wie ik sprak nog aardig. Maar als het niet goed gaat, zijn de media je vriend niet. Dat is duidelijk.” Zijn eigen ervaringen zorgen er voor dat Palmer soms sympathie heeft met coureurs die een moeilijke tijd doormaken. “Zeker, maar als je in de media werkt, is het je job dingen fair en eerlijk te benoemen. Dat is soms echter balanceren op een dun koord. Zeker als je weet hoe het is om aan de andere kant te staan.”

Palmers aanpak lijkt te werken. Waar hij als coureur op de nodige kritiek kon rekenen, op social media haast verketterd werd, wordt hij nu op diezelfde sociale kanalen geprezen om zijn analyses en kennis van zaken. De criticasters van toen, zijn nu veelal fan. Al krijgt Palmer daar niet veel van mee. “Het is natuurlijk beter dat mensen positief over je zijn dat dat ze iets onaardigs over je roepen, maar toen ik nog reed, heb ik al mijn social media ‘uit’ gezet. Ik geef er eigenlijk nog steeds niet om. Uiteraard: het is fijn om te horen dat mensen vinden dat ik het goed doe, maar dat is het dan ook wel. Uiteindelijk is mijn werk in mijn optiek vrij simpel: naar de races kijken en zeggen wat ik zie. En ik zeg sowieso wel wat ik denk.”

Dit verhaal komt uit de reeks ‘Paddock People’, die je regelmatig terugvindt in FORMULE 1 Magazine en waarin we een exclusieve blik achter de schermen geven door unieke paddockpersoonlijkheden over hun werk in de Formule 1 te laten vertellen. Abonneren kan hier!