Na 29 jaar en 498 Grands Prix zit Kai Ebels avontuur als pitreporter er (vooralsnog) op, nu het Duitse RTL de Formule 1-rechten is kwijtgeraakt. De excentrieke Ebel onderscheidde zich in het pitreporter-corps door zijn kleurrijke kledingkeuze en vraagstelling. “Veel pitreporters praten alsof ze coureurs onder elkaar zijn.”

En dat deed Ebel dus juist niet, vertelt hij in een exclusief interview met FORMULE 1 Magazine. “Ik heb me altijd afgevraagd wat de kijker wilde horen.” Veel van zijn collega’s, heeft Ebel zeker de laatste jaren geconcludeerd, zijn echter anders met hun vak bezig. “Veel pitreporters willen indruk maken op de coureur, laten zien dat ze veel van de sport weten. Ze spreken dan ook op hetzelfde niveau. Je ziet dat aan iemand als Will Buxton (Britse verslaggever, red.): ze praten alsof het coureurs onder elkaar zijn. Engelsen hebben dat vooral, die zijn er vooral voor zichzelf.”

Met de kijker ’thuis op de bank met een glas bier in de hand’ in gedachten, gooide Ebel het over een andere boeg. Niet te veel vragen over downforce, strategie en setups. “Als ik coureurs dan vroeg waarom ze een nieuw kapsel of een nieuwe tatoeage hadden, riepen collega’s: ‘wat zijn dat nou voor vragen?’ Maar als je coureurs over de auto of strategie vraagt, verraden ze toch niets.”

‘Een beetje psychologie’, hoort erbij. “Als je tegen Sebastian Vettel zegt dat hij weer een grote fout heeft gemaakt, houdt hij zijn mond en ben je klaar. Dus je moet je vraag anders formuleren.” En de situatie aanvoelen. “Ik heb meer dan duizend interviews met Michael Schumacher gedaan. Als ik hem zag, wist ik of het een goed of slecht moment was. Met Max Verstappen net zo: vandaag korte antwoorden. Dat merk je, dat zie je.”

Het complete interview met Kai Ebel lees je in editie 2 van de FORMULE 1 MAGAZINE, met daarin ook interviews met Kimi Räikkönen, Rinus Van Kalmthout en Adrian Newey. Editie 2 is nu in de winkel te koop of hier te bestellen. Gebruik de code ‘GRATIS’ en ontvang gratis verzending!