Het team van Lotus zou een overname door Renault en de bijbehorende fabriekssteun verwelkomen, want denkt daarmee terug te kunnen keren aan de top. Sauber-teambaas Monisha Kaltenborn is daarentegen sceptisch. Volgens haar brengt een status als fabrieksteam ook risico’s met zich mee.

Renault was eerder eigenaar van de renstal die tegenwoordig als Lotus in de boeken staat en overweegt wederom een belang in het team te nemen. Hoewel een akkoord volgens Lotus’ adjunct-teambaas Federico Gastaldi nog niet in zicht is, denkt de Argentijn dat ‘zijn’ team veel baat zou hebben bij een overname door de Franse autofabrikant en de bijbehorende fabriekssteun.

In gesprek met Motorsport.com stelt Gastaldi namelijk dat hij denkt dat het huidige Lotus over veel potentieel beschikt, maar dat dit er nu door financiële beperkingen niet allemaal uit komt. “Als wij diepere zakken zouden hebben, zouden we uiteraard een stuk meer in onze eigen ontwikkeling kunnen investeren”, verklaart de adjunct-teambaas van de formatie die al enige jaren in financieel zwaar vaarwater zit.

“Ik denk bovendien dat we als we meer middelen zouden hebben, ook wat mensen terug kunnen halen die het team hebben verlaten”, zegt Gastaldi, wiens team de afgelopen jaren hoog aangeschreven (technische) krachten als James Allison, Dirk de Beer en Eric Boullier verloor. Samengevat zou een nieuwe fabrieksrelatie met Renault aldus ‘een mega plus’ zijn, denkt Gastaldi.

Behalve dat het team er beter door zou worden, kan het geplaagde Renault zich volgens Gastaldi als het weer een fabrieksteam heeft bovendien ook snel herpakken, al denkt hij dat de Fransen ook alleen als motorleverancier wel zullen terugkeren aan de top: “Als Renault er volledig voor gaat en de juiste mensen op de juiste plek zet, zullen ze vroeger of later weer bovenaan staan. Ongeacht of ze ons team kopen of niet.”

Sauber
Waar Lotus het zoekende Renault met open armen zou verwelkomen, daar waakt Sauber-teambaas Monisha Kaltenborn voor een eventuele toekomstige overname van haar team. “Wij willen graag een sterke partner erbij, maar je moet altijd voorzichtig zijn voor je met een autofabrikant in zee gaat en een fabrieksteam wordt”, verklaart zij ten overstaan van Autosport.

“Er kleven natuurlijk veel voordelen aan, maar je bent – zonder negatief te zijn – uiteindelijk een marketingmiddel van zo’n autoproducent. Met uitzondering van Ferrari – dat een bijzondere band met de Formule 1 heeft – is het zo dat een autofabrikant de stekker eruit zal trekken als ze hun doelen hebben bereikt en stelselmatig succesvol zijn geweest, terwijl aan de andere kant het risico bestaat dat ze ermee stoppen als succes uitblijft.”

“Wat belangrijk is als je met zo’n partij de handen ineen slaat, is dan ook dat zo’n potentiële partner naar de langere termijn kijkt en niet alleen naar hoe je team het doet”, zegt de teambaas van de renstal die eind 2009 bijna ten onder ging toen BMW zich na een aantal jaren als fabriekspartner terugtrok.