Kevin Magnussen heeft niet het gevoel dat zijn gebrek aan ervaring een obstakel vormt voor het doorontwikkelen van de MP4-29 waarmee zijn team McLaren dit jaar aantreedt.

Magnussens teamgenoot Jenson Button liet zich ondanks ontvallen dat het doorontwikkelen van de McLaren MP4-29 wellicht sneller – en efficiënter – zou gaan als er naast hem nog een ervaren kracht voor het team uit Woking reed, in plaats van de onervaren Magnussen, maar Magnussen zelf heeft nu verklaard dat hij wel degelijk het gevoel heeft zijn steentje bij te dragen aan het verbeteren van de MP4-29.

“Jenson en ik zijn twee verschillende personen en hebben allebei een ander ‘gevoel’ bij het besturen van de auto en zoeken naar verbeterpunten, maar dat is juist goed omdat je daardoor ook met verschillende oplossingen en ideeën komt”, zegt Magnussen tegen Autosport.

“Ik heb dan ook niet het gevoel dat ik het team afrem bij de ontwikkeling van de auto”, beklemtoont de jonge Deen, die wat dit aspect betreft eerder ook al gesteund werd door McLarens racing director Eric Boullier: “We krijgen van Kevin genoeg feedback waar we wat mee kunnen”, verklaarde deze.

Magnussen zelf benadrukt verder dat hij ‘niet verlegen is’ en niets bij te dragen heeft tijdens de technische vergaderingen. “Ik probeer altijd gewoon mijn zegje te doen. Als jongeling die net zijn entree in de Formule 1 heeft gemaakt, is het ook belangrijk dat ik dapper genoeg ben om te zeggen wat ik vind, waarna het team moet uitmaken of iets een nuttige opmerking was of niet.”

Volgens Magnussen weten zijn engineers bovendien dat hij niet veel ervaring heeft en gaan ze daar goed mee om. “De beste manier om te leren is door open te zijn en zeggen wat je denkt. Als ik iets zeg dat volgens hen niet klopt, laten ze me dat weten, maar ze luisteren in de eerste plaats nauwlettend naar wat ik zeg en gebruiken mijn feedback ondanks mijn geringe ervaring, hetgeen mij vertrouwen geeft.”